zaterdag 29 maart 2014

Marriott Courtyard Brussel

MARRIOTT COURTYARD 

Brussel, 7 maart 2014



Met standaardprijzen van € 260,00 per nacht kom ik niet snel in een hotel als Marriott Courtyard. Maar als KRAS een weekendje Brussel aanbiedt in dit hotel voor € 98,00 p/p voor drie nachten inclusief ontbijt, dan wordt alles anders! We stappen binnen in een schitterende lobby, die de normale hoge hotelprijs in één keer legitimeert. We komen regelmatig in Duitsland in kleine hotels die gemakkelijk in deze lobby zouden passen. Het baliepersoneel is aan deze ambiance aangepast. Hier geen topjes, kauwgum, en anderszins ongeïnteresseerde personen, maar jonge, goed verzorgde en keurig sprekende en handelende medewerkers. Kunst aan de muren, een fraai tapijt op de grond, mooie kleurcombinaties. We worden welkom geheten in het Engels, al zijn we hier in Frans Brussel, maar 'who cares'. Het inchecken wordt efficiënt afgehandeld, alles ligt voor ons klaar. Gewapend met onze elektronische sleutel voor lift en kamer gaan wij naar de 5e verdieping. 



Kamer 506 is ruim, mooi, schoon, verzorgd, compleet, en heeft een luxe badkamer. Een enorm bed staat midden in de kamer, en een fraai bureautje nodigt uit om er achter te gaan zitten en van het mooie uitzicht over de stad te genieten. We kijken er niet van op dat in dit Brussel van EU en NATO met zijn vele ambtenaren de kamers voorzien zijn van strijkplank en strijkbout! We denken ze deze dagen niet echt nodig te hebben. De kingsize tv hebben we ook niet nodig, maar het is altijd leuk om langs alle (en vele) zenders te zappen. Tenslotte zien we niet elke dag het Russische Engelsondertitelde journaal verklaren dat het innemen van de Krim eigenlijk logisch was. Nee, onbegrijpelijk wat het Westen daar weer van maakte.....



Het ontbijt in Marriott is een feest! De beelden spreken voor zich. 'Geheel in stijl' is de beste omschrijving: de ruimte, de bediening, de kwaliteit van het buffet. Ik wil weer terug!!!




vrijdag 28 maart 2014

Speenkruid

SPEENKRUID


Gouda, maart 2014

Ze zijn er weer!

Speenkruid is voor veel plantenliefhebbers het eerste echte lentesignaal, en ik zie hem deze weken overal weer de stralend gele kop opsteken. Terug van weggeweest. Ik be-doel maar: het is LENTE!

Je herkent hem aan de 8/12 gele kroonblaadjes, de 3 groene kelkblaadjes, en de hart- of niervormige gewone bladeren. Je vindt ze overal, in bossen en wegbermen.

Er zijn zo vroeg in het voorjaar nog geen insecten die voor bestuiving - en dus voortplanting - kunnen zorgen, maar de plant heeft een bijzondere overlevingsstrategie. In de onderste bladoksels groeien knolletjes, die uiteindelijk op en in de grond terecht komen, en daardoor voor vermeerdering zorgen. Als je een speenkruidplantje uit de grond trekt, zie je dat het eigenlijk een vaste plant is. Via de wortelstok kan hij zich heel snel vermeerderen. Veel mensen bestrijden hem als een woekerende onkruidplant, maar hij kan ook voor een prachtige frisse border zorgen! Door de dichtheid van het 'tapijtje' krijgt ander onkruid geen kans, en na de groei verdwijnt hij helemaal in de grond, zodat de 'gewone' tuinplantjes weer alle ruimte hebben. 

Vroeger werd de plant na de lange winter als verse groente gegeten, en dat kan dus nu ook nog! Als salade op brood bijvoorbeeld, of in de soep. Neem dan wel de blaadjes voordat de plant in bloei staat - ze bevatten dan veel vitamine C. Als de plant eenmaal in bloei staat produceert hij giftige stoffen. De plant waarschuwt daar zelf voor, omdat de bladen dan zo bitter worden dat zelfs de koeien ze niet meer eten!  

































 )

Strépy Thieu - scheepslift


STRÉPY-THIEU - Scheepslift


7 maart 2014


Ik heb al heel veel sluizen gezien, zowel vanaf de kant als vanaf een schip. Van piepkleine 'canal locks' in 'Old England', die je met de hand zelf moet bedienen, tot de reusachtige zeesluizen van IJmuiden, vlak bij mijn geboorteplaats Velsen. Het is een eenvoudig waterstaatkundig principe, en het blijft leuk om naar te kijken! Tot nu toe was er bij de sluizen die ik gezien had altijd sprake van het zakken of stijgen van een schip tot het gewenste waterniveau. Tijdens een riviercruise op de Donau zakten we met ons cruiseschip wel eens 20 meter in een keer -  een geweldig spektakel, waar ik midden in de nacht vaak mijn bed voor uitkwam! 


In België gaat dat op een paar plaatsen anders: bij Ronquières wordt een sluisbak met binnenvaartschepen via rails omhoog getrokken tegen een lange helling, en hier in Strépy-Thieu in de provincie Henegouwen gaan de sluisbakken als een lift rechtstandig omhoog en omlaag. Een wel héél grote kabellift, de grootste ter wereld. Twee bakken van 112x12 meter, geschikt voor schepen tot 1350 ton moeten hier een hoogte overbruggen van 73 meter. Het complex is enorm van afmeting, en moet bovengronds bijna 100 meter hoog zijn. Een technisch hoogstandje van formaat, met zware kabels en contragewichten. In het gebouw kun je de hele machinerie zien, maar helaas voor ons is het nog geen 1 april. Na die datum kun je zelfs met een rondvaartboot de waterwerken van het kanaal zien en ervaren. 



Op het moment dat wij er staan klinkt een luid veiligheidssignaal, en zien we een technicus de scheepslift in werking zetten door het indrukken van een paar knoppen. Acht miljoen kilo staal, water, beton en de weekendboodschappen van de schipper komen majestueus naar beneden, afgeremd door vier miljoen kilo contragewichten. En dat alles op enkele meters afstand van ons - een beetje sensatiegevoel hebben we er wel bij! Een binnenvaartschip, volgeladen met kalksteen zakt in een minuut of tien tot ons niveau. 












Zonder om te kijken stuurt de schipper zijn schip verder het Centrumkanaal op. De volgende klant ligt al weer te wachten met een lading staalschroot. Ook hij kan een kwartier later weer doorvaren richting Brussel. Het is een indrukwekkend gezicht! 



De machinekamer van het complex boven in het gebouw
 
Foto: C. Carpentier - F.T.P.H.


Ronquières - Scheepshelling



RONQUIÈRES - Scheepshelling



Ronquières, 7 maart 2014



De scheepshelling van Ronquières (zo'n 25 km onder Brussel) staat al heel lang op ons verlanglijstje, maar iedere keer als we er op weg naar Frankrijk in de buurt komen, lijkt er meer water in de lucht te zitten dan in het kanaal Charleroi-Brussel! Een korte vakantie in Brussel is nu, in combinatie met het prachtige lenteweer, een goed moment om Ronquières te bezoeken. We mogen tenslotte pas om vier uur inchecken in ons hotel in Brussel. Het complex wordt duidelijk op de borden aangegeven, maar eigenlijk kun je een scheepshelling van 1400 meter lang, die 70 meter in hoogte overbrugt ook niet missen! 






Vanaf een brug dichtbij de helling zien we twee binnenvaartschepen de sluis invaren. We haasten ons er naar toe, en kunnen er vlakbij parkeren. We zien de sluisdeur dichtgaan, en normaal gaan schepen dan in een sluis naar boven of naar beneden, al naar gelang de gewenste waterhoogte. In Ronquières gaat dat heel anders! Hier wordt namelijk de hele sluis, met schepen en water als een bak van 86x12 meter onder een helling van 5% op rails naar boven getrokken. Een staaltje techniek om van te watertanden, ook als niet-techneut. Binnenvaartschepen tot 1350 ton doen nu een halfuurtje over het overbruggen van de 70 meter, i.p.v. twee dagen via 16 sluizen! Het vlak voorziet zichzelf van energie. Door een buis naast de helling stroomt water, waarmee een turbine wordt aangedreven, die de elektrische energie voor het kunstwerk levert. Het complex is in 1968 opgeleverd.









Wij doen de helling 'gewoon' via de provinciale weg, en zijn net op tijd boven om de schepen weer uit de sluisbak te zien varen. Vanaf 1 april kun je het complex op het plateau bezoeken, en zelfs met een lift naar een uitkijkplateau van de toren. Daarvandaan moet je een magnifiek uitzicht hebben op de hele scheepshelling. Je kunt dan de beide sluisbakken diep onder je naar boven en beneden zien gaan. 

Voor ons net te vroeg in het seizoen, helaas!


De aankomst van de sluisbak boven op het plateau, 70 meter boven het startpunt. 

Met de lift naar boven voor een prachtig overzicht van het complex - wel na 1 april....

donderdag 27 maart 2014

Nomade

NOMADE

Antibes, juli 2012


In Antibes komen wij al fietsend op de boulevard het beeld 'Nomade' tegen, verstild uitkijkend over de Middellandse Zee. Stralend wit tegen een strakblauwe lucht. Bijna poëtisch, met letters die als een onuitgesproken gedicht bijna hoorbaar zijn..... De wind die zacht door haar heen waait lijkt haar gedachten hoorbaar te maken en mee te voeren de zee op. Naar wie? Wacht ze op iemand, daar op de muur van het Bastion bij de ingang van de haven? Heeft ze net afscheid genomen van haar geliefde? Ik noteer de gegevens, want deze ontmoeting vraagt om een 'potje googelen' - ik wil dan gelijk méér weten dan op het bordje staat. De Nomade blijkt van Jaume Plensa te zijn, een kunstenaar uit Barcelona, geboren in 1955, die inmiddels een grote naam heeft op het gebied van projecten in de openbare ruimte van veel grote wereldsteden. Een intrigerend beeld!





Dijon, juni 2013

In het centrum van Dijon zie ik weer een kunstwerk van Plensa. Kan niet missen. Denk ik. Groot, strak, transparant..... minder poëtisch, dat wel, maar met uitstraling, zeggenschap, natuurlijk. Maar het beeld blijkt - na weer gegoogeld te hebben - het werk van Gloria Friedmann te zijn: Semper virens - altijd groen! Een Duitse kunstenares uit 1951, ook niet de geringste in haar vak. Heel mooi!

woensdag 26 maart 2014

Atomium

ATOMIUM

Een ongewoon groot kristal.....

Brussel, 10 maart 2014


Een elementair ijzerkristal, maar dan 150 miljard keer vergroot. Onvoorstelbaar eigenlijk, want met diezelfde vergroting zou mijn hand meer dan 25 miljoen km lang zijn. Wat je al niet kunt leren van een reclamefolder! Een heel bijzonder gebouw dus, dat Atomium, en telkens als ik hem zie, verbaas ik me weer over de constructie, de afmetingen, de elegantie, de glans in de zon..... Hij doet je wat in zijn ongewone verschijning als je er over de Boulevard de Centenaire (wat veel mooier klinkt dan 'Eeuwfeestlaan'!) naartoe loopt. De bollen lijken dan steeds groter te worden, telkens anders ook, door de weerspiegelingen van de wolken en de omgeving, maar ook door de telkens weer veranderende onderlinge verhoudingen van bollen en buizen. Een schitterend stukje architectuur. De naam van de architect, André Waterkeyn (1917/ 2005) mag hier niet onvermeld blijven. Het Atomium is gebouwd in 1958 ter gelegenheid van de eerste grote Wereldtentoonstelling na de Tweede Wereldoorlog. Na dit evenement is hij gewoon blijven staan. Terecht! Ik was er voor het eerst in 1967, toen ik met de hoofdakteklas van de Da Costa Kweekschool uit Bloemendaal op werkweek was in Brussel, en herinner me het gevoel van die-eerste-keer-dat-ik-'m-zag nog goed! 




Tien jaar geleden is het Atomium helemaal gerestaureerd, en alle bollen zijn opnieuw 'beplaat' - hij is mooier dan ooit! Maar ja - dat trekt natuurlijk weer veel bezoekers, en de enige lift is wel sneller, maar niet groter geworden! Er gaan ook telkens maar 12 mensen mee omhoog, en de rij wachtenden is groot op deze mooie dag vroeg in maart. We doen het vooral om het 'doen' zelf, want het uitzicht is bij goed weer zoals alle uitzichten vanaf 100 meter: niet bijster interessant. En dan ook nog wachten op een tafeltje in het panoramische restaurant - dat is ons net te veel gevraagd. Als we weer beneden zijn kunnen we via rol- en gewone trappen nog in enkele andere bollen gaan kijken. 



Ik doe dat, omdat het fascinerende gebouw me min of meer uitdaagt dat te doen. Zoals het gebouw me ook uitdaagt om te fotograferen in al zijn verschillende perspectieven. Ook met het 'Spiegel-im-Spiegel'-effekt van de in de zon weerkaatsende bollen. Het lijkt bij dit gebouw om meer te gaan dan een staalconstructie - het gaat om de beleving, het 'Atomiumgevoel'. Dat maakt het Atomium voor mij tot een kunstwerk. Een aantal van dit soort iconische symboolgebouwen heeft het doel van hun bouw met glans overleefd. De Eiffeltoren hoort in dit rijtje thuis, gebouwd voor de wereldtentoonstelling van 1889, maar ook onze 'eigen' Euromast in Rotterdam (Floriade van 1960) en het Olympisch stadion in Amsterdam (Olympische Zomerspelen van 1928).



De constructie zie je pas goed als je in zo'n bol (met een doorsnee van 18 meter) rondloopt, en je van bol naar bol gaat. De saaie tentoonstellingen neem je dan maar voor lief.... Alleen de ontstaansgeschiedenis van het Atomium op de eerste en tweede verdieping van de onderste bol is enigszins de moeite waard. 



We gaan met een heel voldaan gevoel weer verder met onze midweek in Brussel!







Hohenzollernbrücke

HOHENZOLLERNBRÜCKE

Helemaal op slot.....

Keulen, 12 juni 2013


We wandelen in Keulen over de bekende Hohenzollernbrücke met zijn vier enorme ruiterstandbeelden als opvallende bewakers op de uiteinden. Elke dag passeren op deze drukstbereden spoorbrug van Europa maar liefst 1250 treinen. De rails zijn d.m.v. hekken gescheiden van de beide fiets- en wandelwegen aan de buitenzijden van de brug. Onder ons door varen binnenvaartschepen en cruiseboten stroomop- en afwaarts over Der Rhein. 



De meer dan 500 meter lange gaashekken zijn stevig uitgevoerd. Dat moet ook wel, want van dat gaas zie je over de hele lengte van de brug niets meer. Het hek is compleet volgehangen met slotjes. Slotjes, jawel! Het moeten er honderdduizenden zijn. In alle maten en soorten, kleuren en kwaliteiten. Met namen en data, ingekrast, 'bestift', of op labeltjes. Geen sleuteltjes, want die zijn in de rivier gegooid om het 'eeuwige' van deze daad te symboliseren.





Liefdes, verloren liefdes, herinneringen, wensen - wie zal het zeggen. Elk slot heeft z'n eigen verhaal en alleen de ophangers kennen dat. Ooit moet een verliefde Duitser er mee begonnen zijn. Of was het een kunstproject? Een stunt van de lokale slotenmaker? Het is niet uniek in de wereld, maar het is ongelooflijk dat dit aantal sloten in enkele jaren is opgehangen! Iemand heeft het totaalgewicht van al het hang- en sluitwerk berekend op 50 ton! Een doorslaand succes dus. Over 25 jaar misschien een doorbuigend succes? Ook het hek aan de andere kant van de brug begint al te kleuren....





Stad van de liefde? 

26 juli 2014

In Parijs vind je ook op verschillende bruggen hekken met sloten. Zoals op de voetgan-gersbrug  le Pont des Arts, en le Pont de l'Archevêché. In juni 2014 bezweek een deel van het hek van de Pont des Arts met 500 kg sloten - de hekken zijn niet gemaakt op dit extra gewicht. De Parijse wethouder Bruno Julliard heeft nu besloten dat in 2015 alle sloten op de Parijse bruggen moeten zijn verdwenen. Hij vindt wel dat Parijs 'de stad van de liefde' moet blijven, en zal ongetwijfeld heel diep nadenken over een alternatief. Hij vindt het ook gewoon niet MOOI! Kwestie van gebrek aan smaak natuurlijk - en romantiek...... 





Wordt dit de 21e eeuwse variant van de middeleeuwse  SLOTBRUG ?