zaterdag 19 april 2014

Peru - Maras - Las Salinas

PERU - MARAS - LAS SALINAS


Heb je het ooit zo zout gegeten?


27 januari 2011





We zijn op weg naar Maras, veertig kilometer van de Peruaanse stad Cuzco, op een hoogvlakte van 3300 meter. Het lieflijke, bijna slapende indianendorpje kijkt uit over El Valle Sacrado - de Heilige Vallei van de Inca's.

Plaza de Armas van Maras. Foto: Google Streetview
De koloniale kerk op de Plaza de Armas is het grootste gebouw, maar mist de kenmerkende torens. De meeste huizen en boerderijtjes zijn gemaakt van adobestenen, die in de zon zijn gedroogd, en liggen in een rechthoekig stratenpatroon om het centrum heen. De Plaza is mooi aangelegd, net als het sportveldje en het schoolplein. De mensen zijn trots op hun gemeenschappelijke bezittingen, en onderhouden die dan ook netjes! De smalle straatjes zijn  schoon, en waar ze bergafwaarts lopen zien we in het midden de kenmerkende watergoot, die al aangelegd wordt vanaf de Incatijd. 





Alle waterstromen van de hoogvlakte rondom Maras vloeien naar de Urubamba, de heilige rivier van de Inca's, die hier beneden in het dal al een wildstromende rivier is. Op de hoogvlakte wordt het water gebruikt als drinkwater en voor de bevloeiing van de landbouwterrassen, die vaak al honderden jaren oud zijn. Even buiten Maras ontspringt uit de bergen een extreem zoute waterstroom, en juist die maakt deze kleine plaats zo bijzonder. 

We rijden van de beroemde Inca-terrassen van Moray naar de zoutbekkens van Maras. De bus lijkt het golvende landschap gemakkelijk aan te kunnen, maar we realiseren ons dat we af en toe boven de 4000 meter rijden. Dat merken we goed aan onze adem als we bij fotostops even de bus uit mogen - de ijle lucht maakt het ons niet gemakkelijker om naar hogere uitzichtpunten te klimmen! Op een daarvan zien we in de verte een ongewoon aantal zoutbekkens tegen de valleihelling aanliggen - het tweede excursiedoel van vandaag. 










De beelden worden spectaculairder naarmate de bus dichterbij komt, en met veel scherpe bochten heel sterk afdaalt naar Las Salinas. Dan zien we plotseling de zoutbekkens in het dal onder ons liggen! Iedereen is er stil van - zoveel en zo groot.... Het moeten er volgens de reisgidsen meer dan 4000 zijn, en een groot deel bestaat al van voor de Incatijd (13e/16e eeuw). Een verstild landschap in prachtige bruintinten. 

Voor een luttel bedragje mogen we op de smalle paadjes tussen de zoutbekkens lopen, en zien hoe de mensen er hun zware werk doen. Het hele complex is nog volop in gebruik, al wordt er op dit moment niet veel gewerkt. Het is nu de regenmaand januari, en dan wordt er geen zout 'geoogst': er valt namelijk meer water dan er kan verdampen, en bovendien is het regenwater niet zout! 





De gids laat ons de zoute stroom zien die uit een rotsspleet komt, en gekanaliseerd tussen de zoutpannen verdwijnt. We moeten het water proeven, en we scheppen een handje uit de stroom. Het is inderdaad bremzout! 






De waterstroom wordt via een ingenieus, simpel, oud, maar doeltreffend systeem via kanaaltjes in kleine veldjes geleid, de zogenaamde zoutbekkens. Gewoon door met de hand een opening in een dammetje te maken en zo het water naar een ander bekken te laten stromen, en weer af te sluiten als dat vol is. Een kind kan de was doen, en onze gids doet het gewoon even voor! De zon verdampt het water in de bekkens, waardoor het zout afgezet wordt aan de oppervlakte. Na vier tot vijf weken zon blijft het witte zout droog achter op de aarden bodem. De pré-incavolken gebruikten dit gewonnen zout voor het conserveren van vlees, vis en groenten. Het zout wordt nu verkocht op de markten in de omgeving. Rijk worden de bewoners van Maras er niet van. Meestal bezitten ze maar 1 of 2 zoutbekkens, die per twee maanden niet meer opleveren dan ongeveer € 3!

































Omdat Maras zo afgelegen ligt komen er maar weinig toeristen, en het complex is ook niet op massatoerisme ingesteld. Ondanks het feit dat er in deze periode geen zout wordt gewonnen, blijft het een schitterend gezicht, zeker in dit historische dal, en op deze grote hoogte. Héél fotogeniek bovendien..... 






























In het winkeltje is uiteraard weer van alles te koop. Nu eens geen Peruaans aardewerk, maar dezelfde motieven gesneden uit blokken zout. Heb je het ooit zo zout gegeten! Maar ook gewoon zout is in alle maten en hoeveelheden te koop. Oké - kruidenzout en barbecuezout doen het waarschijnlijk ook wel leuk bij mensen 'die alle andere souvenirs al hebben'..... 




En eh... nee, geen 20 kilo strooizout vandaag!

Robben Eiland - Kaapstad

ROBBENEILAND - KAAPSTAD

A short walk to freedom....


Ons bezoek van 18 januari 2012




Het is op deze vroege ochtend druk op de terminal van het Victoria & Alfred Waterfront, waar de taxi-chauffeur ons heeft afgezet. Druk en ook nog drukkend warm. Honderden mensen staan al in de terminalhal te wachten op het vertrek van de kingsize catamaran naar Robbeneiland om negen uur. Gelukkig hebben we enkele weken geleden al geboekt via Internet, en zijn we zeker van ons plekje. Het is de eerste van vier boten vandaag met deze bestemming, en we hebben voor de vroegste gekozen. 




Een bezoek aan Robbeneiland duurt bijna drie en een half uur. We verwachten rond half  een weer hier terug te zijn om het V&A Waterfront verder te bekijken, en de laatste souvenirs te kunnen kopen! Langzaam schuifelt iedereen naar de poortjes waar onze tickets gecontroleerd worden en we via de Mandela Gateway naar onze ferry kunnen lopen. Mensen uit alle delen van de wereld, te horen aan de flarden zinnen in veel verschillende talen die we om ons heen horen! Een hoog gehalte aan leeftijdgenoten op deze door-de-weekse dag, en een hoog gehalte aan Canons en Nikons op de buik. We zijn dan ook op weg naar Robbeneiland, enkele kilometers uit de kust bij Kaapstad, een toeristische attractie van formaat! Elke twee uur een volle boot... dat zijn honderdduizenden toeristen per jaar. Het is een heerlijk boottochtje van een klein half uurtje in de felle Afrikaanse zon over een ijskoude en gevaarlijke zeestroom. 








Elke minuut zien we de stad kleiner worden, inclusief het enorme en veel te dure voetbalstadion, dat daar is neergezet voor de wereldkampioenschappen van 2010, en daarna bijna nooit meer is gebruikt. Een landmark is het geworden, net als het Victoria & Alfred Waterfront. De Tafelberg is het grootste landmark, en die domineert de stad volledig. Hoe verder we van het land af zijn, hoe dominanter deze grote platte berg lijkt te worden - en herkenbaarder! Zo moeten onze Kaapvaarders in de 16e eeuw verlangend hun doel dichterbij hebben zien komen. Eindelijk verse groenten, eindelijk vers water, eindelijk weer vaste land onder de voeten.....


We zijn niet op weg om  vandaag robben te zien (daar zijn veel betere excursies voor in de Kaapregio). We gaan op Robbeneiland naar de gevangenis waar veel politieke gevangenen uit de Apartheids-periode hebben vastgezeten, met Nelson Mandela als beroemdste inwoner. Het eiland heeft hierdoor een plekje op de Werelderfgoedlijst van UNESCO gekregen. Een leuk detail overigens: dit is de enige plek ter wereld waar twee erfgoedsites elkaar kunnen 'zien', want ook de Tafelberg staat op de lijst! 


Een bezoek aan Robbeneiland duurt niet zo lang, en is volledig geprogrammeerd. Dat moet ook wel, want het eiland is maar enkele vierkante kilometers groot, voornamelijk kaal, en nauwelijks bewoond. Om de constante stroom toeristen te reguleren worden bussen ingezet, die hun eigen ronde over het eiland rijden, ook langs de steengroeve waar Mandela moest werken. 






Robbeneiland heeft al heel lang de twijfelachtige eer gebruikt te zijn als plaats om mensen af te zonderen. De VOC gebruikte bijna 400 jaar geleden het eiland al als strafkolonie om gevangenen en ballingen vast te zetten. Dat hebben we al geleerd in het oude en mooi gerestaureerde VOC-fort in Kaapstad. Van 1836 tot 1931 werden op Robbeneiland leprapatiënten helemaal van de wereld afgezonderd, evenals Afrikaanse politieke gevangenen. Veilig dus, want er schijnen ooit maar drie mensen de zwemtocht naar het vasteland te hebben overleefd.... 

Onze gids, zelf eens gevangene in deze gevangenis



Als onze bus bij de gevangenis aankomt staat een ex-politieke gevangene al bij het hek op ons te wachten. Al wandelende door het complex vertelt hij zijn verhaal over hoe het leven er voor de gevangenen uitzag. Voor Zakhele Mdlalose (23 jaar), Nceba Faku (13 jaar), Japhta Masemola (26 jaar), Philimon Tefu (22 jaar) en vele anderen. In hun oude lege cellen hangen zwart-witfoto's met hun gegevens, die op die wijze de cellen een gezicht geven. Het emotioneert ons. Zo komen we ook bij cel nummer 5, waar gevangene 46664 maar liefst 18 jaar heeft doorgebracht. We kennen hem - wie niet! Nelson Mandela, een symbool van Zuid-Afrika, Nobelprijswinnaar voor de vrede, geliefd door nagenoeg iedereen. 





Het bezoek aan de gevangenis is niet alleen aan Mandela opgehangen. Hij was 'een van hen', met een toch wel opvallende rol in het geheel! Het commentaar van de betrokken gids (hoe vaak zou hij dit verhaal al verteld hebben!), en de wijze van beantwoording van alle op hem afgevuurde vragen is nergens 'zwart-wit', nergens rancuneus tegenover het oude regime, ondanks alle ondergane vernederingen. Met een hartelijke groet zet hij de groep tenslotte op een wandeling van 200 meter naar de boot. 'A short walk to freedom!' citeert hij met een grote glimlach zijn beroemde oud-medegevangene.

In 1991 werden de laatste politieke gevangenen vrijgelaten, in 1996 werden de laatste criminele gevangenen overgeplaatst en werd de gevangenis gesloten.



We zullen dit bezoek niet snel vergeten!

vrijdag 18 april 2014

Mémorial de la Résistance

Mémorial de la Résistance

Col de La Chau
26420 Vassieux en Vercors - Drôme
info@memorial-vercors.fr

30 juni 2012


We vinden het 'Mémorial  de la Résistance' na enig zoeken en ondanks de richtingbordjes, want het is niet erg uitbundig aangegeven! De parkeerplaats zien we ook over het hoofd - er staan dan ook op deze zaterdagochtend helemaal geen auto's! Het gebouw zelf zien we pas als we er op het voetpad vlakbij zijn. Het is een langwerpig betonnen, bunkerachtig gebouw, verscholen in de rand van een kalkrots. Sober en saai, bijna kleurloos, om de bezoeker tot bezinning uit te nodigen lezen we in de folder. Zo moeten de mensen van de ondergrondse in de Vercors, bekend onder hun geuzennaam ‘maquisards’, over het dal uitgekeken hebben naar de bewegingen van de Duitse tegenstanders. Vanuit een gecamoufleerde schuilplaats, omgeven door dennen en jeneverstruiken.







Vanaf de binnenkomst in het museum duik je als bezoeker in de wereld van de Maquis. Er is een Nederlandstalig gidsje, maar het Mémorial is - logisch ook - erg Frans opgezet. Het is bijvoorbeeld voor ons moeilijk om de filmbeelden met getuigenissen te volgen. Toch spreekt het ons gevoel aan, en kunnen we er daardoor toch veel van begrijpen. De ondergrondse in de Vercors mag een voorbeeld voor het Franse verzet genoemd worden, en de daden van 'les maquisards' zijn vermaard!





In de eerste week van deze vakantie las ik 'Haar naam was Sarah’, van de Franse schrijfster Tatiana de Rosnay. Daarin wordt naast de tragedie van Sarah een Franse oorlogsgeschiedenis verteld, zoals wij die ook kennen: met jodenvervolging, inclusief de gele ster ('juif'), arbeidsinzet, onderduiken, avondklok, razzia’s, rantsoenering, verzet, collaboratie, etc. Het Frans-joodse oorlogsverhaal krijgt in dit museum veel ruimte. 

Veel ruimte is er ook voor de veelal dappere, maar ook tragische gebeurtenissen in de-ze Vercors-streek, waar de résistance de Vrije Republiek van Vercors’ oprichtte tegen de Duitse bezetting van juni tot juli 1944. De republiek heeft maar kort bestaan en is genadeloos neergeslagen. Het heeft ook veel mensenlevens gekost. De kinderen van de dorpen uit de Vercors hebben de namen van 840 oorlogsslachtoffers uit deze streek in loden plaatjes gegraveerd, die hier op een muur zijn bevestigd. 







Het Mémorial is pas in 1994 geopend, en is heel modern in presentatietechnieken. Vanaf het panoramisch uitzichtpunt op het dak kijk je uit over het bergmassief en het slagveld. Recht beneden ons zien we in het dal een kleine, zo kenmerkende oorlogsbegraafplaats, met vlaggen en gelijke kruisen. Als we met de auto naar beneden rijden gaan we er even langs. Op deze ‘Nécropole de la Résistance’ liggen 187 mensen begraven, die allemaal omgekomen zijn in dezelfde korte periode en hun leven voor de vrijheid van anderen hebben opgeofferd. Jong en oud. Het maakt ons altijd weer stil…..