DE DOM VAN AKEN
Aan de basis van onze westerse beschaving
9 oktober 2014
Ik ben een verklaard kathedralofiel - dat geef ik grif toe! Ik kan moeilijk 'zo maar' een mooie oude kerk voorbij lopen. Als de deur open is wil ik even naar binnen om de sfeer te proeven van het gebouw, en om even te kijken naar de brandende kaarsen, die allemaal om een bepaalde reden zijn aangestoken. Soms speelt het orgel, dan heb ik mazzel, en ga ik er even voor zitten! Het zijn rustmomenten op een vaak drukke dag, meditatieve momenten ook. Is God niet juist in de stilte te vinden? Hebben de mensen hem hier al niet eeuwenlang gezocht met hun verdriet, geluk, hoop, angst, dankbaarheid, geloof - of juist om die dingen te zoeken? Kerken, synagogen, tempels, moskeeën zijn 'mensengebouwen', plaatsen waar mensen hun kwetsbaarheid tonen in hun relatie met God - welk geloof zij ook aanhangen.
Oude kathedralen zijn natuurlijk ook geweldige cultuurdragers van architectuur, taal en kunst in al zijn verschijningsvormen en stijlperioden! Beelden, muziek, poëzie, schilder- en glaskunst om maar even iets te noemen. Het is niet altijd de grootte van de kerk die me aantrekt, de hoeveelheid kunstschatten, de gebrandschilderde ramen, of de architectuur. Wat me boeit is het verhaal van eeuwen dat de kerk lijkt te vertellen, en dat voortdurend bijgesteld is en nog steeds aangevuld wordt. Een verhaal van geloof en geloofsafval, branden en wederopbouw, perioden van armoede en bloei, van oorlogen en vredes, restauraties, herinneringen aan overledenen - een continuüm van gebeurtenissen. Een verhaal over mensen uit alle eeuwen van haar bestaan!
Van alle honderden kerken, klein en groot, die ik in mijn leven bezocht heb, neemt de Dom van Aken een heel speciale plaats in. Klein, overzichtelijk, warm, oud, bijzonder - het zijn maar enkele van de kenmerken die ik de kerk zou willen toeschrijven. Ik heb er altijd het gevoel in een dik geschiedenisboek te zitten, waarvan het eerste hoofdstuk begonnen is met Karel de Grote in het jaar 800. Met in een voorwoord de geschiedenis van de 200 jaar daarvoor, toen er ook al een kerk stond. Ik zei al: een dik geschiedenisboek! Ik vat in deze blog enkele hoofdzaken samen, want voor de rest hebben we boeken vol informatie, en natuurlijk Google....
'De Dom van Aken' lijkt een eeuwenlang semantisch begrip, maar zij is pas een Domkerk geworden in 1930, toen Aken de hoofdplaats werd van een bisdom. Voor de rest van de ongeveer 1200-jarige geschiedenis is de Mariakerk (Marienkirche), zoals zij officieel heet, alleen van 1802/1821 een Domkerk geweest. De kerk wordt ook wel Kaiserdom genoemd, of Münsterkirche.
Vele malen ben ik hier geweest om, altijd weer verrast, rond te kijken of om een viering mee te maken. Voor het eerst heb ik nu geboekt voor een rondleiding met een gids, om eindelijk eens in het koorgedeelte te kunnen komen, dat ik alleen van afstand heb kunnen zien, en op de eerste verdieping, die ik alleen ken van foto's! Door de drukte van de Akense kerstmarkt, is onze groep groot - te groot eigenlijk, en is de gids daardoor niet altijd even goed verstaanbaar. Geen probleem. Globaal luisteren, en ondertussen bij alle 'stops' de tijd nemen om foto's te maken. Dit principe pas ik overal in de wereld toe bij rondleidingen-met-gidsen! Het is heerlijk om eens géén fotobeperkingen opgelegd te krijgen. Met de plattegrond, de mooie rondleidingsbrochure en het internet kom ik er thuis wel uit.
Onze rondleiding begint bij de bronzen plattegrond van de 'Dom zu Aachen' op de Domhof.
De bronzen kerkplattegrond in de Domhof, waar alle rondleidingen beginnen. Het lichte deel, de Oktogon is het oudste deel uit de tijd van Karel de Grote. |
Uit oude kronieken blijkt dat er op deze plaats al gebouwen stonden in de Romeinse Tijd, en dat hier in de 7e eeuw een eerste Mariakerk stond. Rond het jaar 800 liet Karel de Grote de kapel bouwen die we nu nog terugzien in de octogoon, de achthoek, die omgeven is door een zestienzijdige omgang. Voor de pilaren werd marmer aangevoerd uit Ravenna en Rome. Een 31 meter hoge koepel bekroonde de octogoon, en was daarmee de grootste stenen koepel in Noord-Europa. Karel wilde op deze manier de grandeur van het Romeinse Rijk weer laten herleven in zijn Karolingische Rijk, dat ruwweg Duitsland, Oostenrijk, Italië en Frankrijk omvatte, en ons land beneden de grote rivieren.
Karel de Grote richtte een stift op, een gemeenschap van geestelijken die de hele dag bezig waren met de viering van de liturgie. Zij moesten door een ononderbroken gebed het zielenheil waarborgen van de heerser en zijn familie en het voortbestaan van het rijk.
De troon op de eerste verdieping
Koning Karel de Grote werd op Eerste Kerstdag van het jaar 800, toen de Mariakerk bijna klaar was, bij het Maria-altaar tot keizer van het Karolingische Rijk gezalfd en gekroond. Zijn inhuldiging vond plaats op de marmeren troon die voor deze gelegenheid was gemaakt. De troon staat op een verhoging van zes treden, precies zoals dat ook bij de troon van koning Salomo het geval was. Het is niet helemaal zeker of deze verhoging in Karels tijd al bij de troon hoorde, en of hij ook op de eerste verdieping van de Octogoon stond, zoals bij de latere kroningen. Het is de oudste bewaard gebleven koningskroon in West-Europa, en werd van 936-1531 gebruikt voor de kroning van maar liefst 30 Duitse koningen en keizers. je kunt de troon niet zien vanuit de kerk zelf. wel zie je de balustrade, die gemaakt is van een bronzen traliewerk uit 880. Uit technisch oogpunt behoort dit hekwerk tot de meest kostbare Karolingische kunst die we kennen.
De Karelsschrijn (rond 1200) met de relieken van keizer Karel de Grote. |
Op 28 januari 814 stierf Karel de Grote in Aken, en hij werd op diezelfde dag in 'zijn' Mariakerk begraven. Vierhonderd jaar later, in 1215, werd Frederik I tot keizer gekroond. Hij was een groot bewonderaar van zijn illustere voorganger, en liet ter gelegenheid van zijn eigen kroning een prachtige schrijn maken voor de overblijfselen van Karel. Hij haalde zelf de botten uit het oude reliquiarium, en deed ze in de nieuwe 'Karlschrein', die op dat moment nog niet eens helemaal voltooid was! In deze prachtig versierde kist, die alle aandacht in het koor van de Domkerk naar zich toetrekt, liggen deze overblijfselen nog steeds.
Frederik liet ook een Mariaschrijn maken voor de vier heilige relikwieën/relieken van de kerk: het kleed van Maria, de onthoofdingsdoek van Johannes, de windselen en de lendedoek van Jezus. Vermeende relikwieën zou een juistere benaming zijn, omdat er in de middeleeuwen, en zeker de periode rond de kruistochten, een nogal levendige handel in relikwieën was door rondreizende kooplieden. Er waren in die tijd zoveel stukjes van het kruis van Jezus, dat Johannes Calvijn, de kerkhervormer uit de 16e eeuw, al opmerkte dat '...al deze relikwieën samen genoeg hout zouden opleveren om een schip te vullen'. De beide schrijnen zijn gemaakt van gedreven en verguld zilver, en versierd met ivoor, emaillen en edelstenen.
De Mariaschrijn (rond 1200) |
De barbarossa-kroonluchter uit 1165 |
Alle rijkdommen van de kerk en de fraaie bouwstijl kunnen niet verhinderen dat de meeste aandacht bij binnenkomst uitgaat naar de prachtige mozaïeken die de wanden, vloeren en koepel versieren. Je voelt je bijna in een Byzantijnse kerk! Het mozaïekwerk is niet allemaal nieuw - helaas! Al in de 9e eeuw was er sprake van figuratief mozaïekwerk, maar dat verdween in 1720 onder een dikke pleisterlaag. In 1870 werd die laag weer verwijderd, en werden de mozaïeken weer in oude stijl hersteld - voor zover dat mogelijk was! In het eerste decennium van de 20e eeuw werd de rest van de octogoon en de zestienhoek voorzien van nieuw-ontworpen mozaïeken op de muren. Ook werd toen een marmeren mozaïekvloer aangelegd.
De ambo uit het jaar 1000 is een opvallend detail in het koor. Het is een soort preekstoel, maar alleen gebruikt om liturgische teksten voor te dragen. De ambo was een geschenk van Hendrik II. Hij heeft een houten kern, is afgewerkt met verguld koper en versierd met edelstenen en ivoor.
Op de grens van de octogoon en het koor staat het vereerde genadebeeld van Aken. Het is een middeleeuws houten Mariabeeld, dat vanaf de 17e eeuw is bekleed.
De zwevende stralenkransmadonna is gemaakt door de Limburgse kunstenaar Jan von Stevensweert, en dateert uit 1524.
Het hoofdaltaar is een bijzonder kunstwerk in het centrum van de Dom, en het staat hier pas vanaf 1972. De zijplaten zijn van Karolingisch marmer (dat toen al herbruikt was, net de platen van de keizerskroon). De voorkant bestaat uit een gouden antependium, het Pala d'Oro. Het zijn 17 gedreven reliëfs van geplet goud uit de 11e eeuw, die o.a. de lijdensweg van Jezus weergeven.
De nieuwste geschiedenis
In de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) werd bij 74 luchtaanvallen bijna twee derde van de stad Aken verwoest. Het mag een wonder heten dat de Dom grotendeels ongeschonden de geallieerde bombardementen heeft 'overleefd' - alleen het koor was ernstig beschadigd. Niet in de laatste plaats was dit te danken aan de geweldige inzet van de 'Domwache', jonge mannen, die nog tijdens de luchtaanvallen de branden fanatiek bestreden. Verschillende glas-in-loodramen herinneren nu aan de verschrikkingen van de oorlog. Ze bevatten moderne motieven in rood, en dateren van 1951 en later.
De dom van Aken werd in 1978 opgenomen in de Werelderfgoed-lijst van de UNESCO vanwege haar opmerkelijke historische en kunsthistorische betekenis. Op dat moment was het het eerste Duitse monument op de lijst, en een van de eerste twaalf wereldwijd!
Nogmaals: ik heb in de dom van Aken altijd het gevoel in een dik geschiedenisboek te zitten. Ik heb het nog lang niet uit!