woensdag 16 juni 2021

ABBAYE d'IGNY

In het klooster van Arcis-le-Ponsart (Champagne)

2 september 2020




Wij hebben een appartement gehuurd in Arcis-le-Ponsart, een oud en volkomen dood Champagnedorpje. Dat 'dood' slaat uiteraard op het dorpsleven zelf, want er is overdag geen leven waarneembaar! Er wonen voornamelijk forenzen die de nabije stad Reims hebben verlaten voor een rustig plekje op het platteland, met een heel grote tuin! Verder lijken er alleen mensen te wonen die betrokken zijn bij de akker- en wijnbouw rond de plaats. Niet één winkeltje, niet één terrasje, en het enige dat de moeite waard lijkt om te bezoeken - het oude kerkje - is ook nog gesloten. Vandaag rijden we een route door de lieflijke en interessante Champagnestreek, en zoeken kerkjes die wel open zijn, leuke oude wasplaatsen, monumenten - en staan ineens voor een abbaye, een klooster. Flinke parkeerplaats, open hek, woorden van welkom.






Abbaye d'Igny heet het klooster en voluit op z'n Frans: Communauté Cistercienne Abbaye Notre-Dame du Val d'Igny. Een heel modern klooster, dat met 60 vrouwelijke kloosterlingen midden in de wereld staat en iedereen verwelkomt om de dagelijkse vieringen mee te maken of om de sfeer te proeven. Of natuurlijk de speciale chocolade die in het klooster wordt gemaakt en verkocht!


Vanaf 1128 is dit al een plaats van gebed, contemplatie en ingetogen religieus leven maar in de negen eeuwen van zijn bestaan is het klooster een aantal malen verwoest. Voor het laatst in de Eerste Wereldoorlog, toen de grootste veldslagen van deze oorlog in deze streek werden uitgevochten. De bewoners waren natuurlijk al lang weg, en veel kostbaarheden zullen ook wel gered zijn van de oorlogsschade. Van de gebouwen was niet veel meer over, en alles moest weer opnieuw opgebouwd en opgestart worden. De gebouwen van nu zijn dus uit 1920, en de kloosterkerk is van grote eenvoud, gebouwd in een soort neogotiek. De kenmerkende bouwstijl van de Cisterciënzer abdijen werd wel weer toegepast: gerangschikt in een vierkant met omsloten binnentuin. We zien een enkel glas-in-loodraam, en heel veel details die ongetwijfeld relateren aan de bewoners van de laatste 900 jaar! Versieringen, wapenschilden bijvoorbeeld.




We kunnen aansluiten bij een heel intieme vesperviering met 16 nonnen die een korte Gregoriaanse mis zingen en lezen. We krijgen een liturgie aangereikt, en kunnen zo de hele viering meelezen, meebidden en meezingen. Bijna niemand van de 15 aanwezige 'gewone' gelovigen lijkt mee te zingen. Het is ook gewoon fijn om naar het ijle en hoge gezang van de overwegend oudere religieuzen te luisteren, en het diep binnen te laten komen. Een van de nonnen bespeelt het orgel vanuit het koor. Ik maak heel bescheiden foto's vanaf mijn zitplaats, omdat ik dit moment wil bewaren en delen.



Na de viering bekijken we de geschiedenis van het klooster in een expositieruimte van de kerk, een klein museum, waar we veel attributen uit het verleden zien, zoals kloostergewaden, kerkboeken, akten, heiligenbeelden, en oude voorwerpen, die de nonnen gebruikten voor het maken van chocola! Dat doen ze overigens nog steeds - het geld moet tenslotte ergens vandaan komen. Er is een dure toeristenwinkel op het kloosterterrein, met alles wat je ook in een normale souvenirwinkel ziet.

Voor meer religie-gerelateerd inkomen lezen we in de informatiebrochure, dat er het hele jaar door groepen mensen komen voor lezingen, cursussen en congressen. Een deel van het grote klooster heeft daarom kennelijk de eenvoudige cellen ingewisseld voor hotelkamers.




Wij hebben dit als een prettig bezoek ervaren, en gaan weer verder met onze Champagnetoer!

 

 

Waar in 't bronsgroen eikenhout.

Een ontmoeting met Gerard Krekelberg in Vlodrop

11 juni 2021



In het Limburgse kerkdorp Vlodrop zie ik een bronzen beeldje van Gerard Krekelberg (1864/1937), en loop erop af. Wie was hij? Ik lees dat hij de dichter was van het mij zeer bekende gedicht 'Waar in 't bronsgroen eikenhout....'. Krekelberg was geboren in Neeritter, en heeft daar lang gewoond. De prachtige, door de met eikenbomen omzoomde lanen van Kasteel Borgitter, net over de grens bij Neeritter, zouden hem tot de eerste zin van zijn gedicht hebben geïnspireerd. Hij maakte deze tekst op een melodie van Henri Thijssen, een koordirigent uit Roermond. In 1909 werd dit lied als ode aan Limburg voor het eerst uitgevoerd, en in 1939 officieel tot volkslied van deze provincie verklaard. 

Veel niet-Limburgers zullen dit lied ook luidkeels mee kunnen zingen! Ik heb het als 13 jarige nog op de MULO uit mijn hoofd moeten leren, net als het Friese volkslied. 



Als ik na mijn bliksembezoekje aan Vlodrop (de kerk was dicht....) naar Natuurpark De Meinweg ga voor een flinke wandeling, dan betrap ik mezelf erop dat ik constant met dit lied bezig ben, en het loop te neuriën en te fluiten. Die tweede regel, daar kom ik niet uit. Even googelen - oh, ja! En die derde regel is ook anders, want ik zing gewoon 'langs de beekjes boort....', en het duurt even voordat ik de naamvalsconstructie herken (ja, ja, ook nog uit de MULO-tijd), en zie dat het om de oevers (boorden) van de beekjes gaat: '....langs der beekjes boord'. Wel de taal van honderd jaar geleden natuurlijk. De Friezen zullen ook wel lachen als ze mij hun volkslied horen zingen, denk ik!  

Krekelberg was onderwijzer in Vlodrop, dus ook nog een beetje een oud-collega. Hij had een speciale belangstelling voor heemkunde, en publiceerde in zijn jeugd al in oudheidkundige tijdschriften over de dialecten in zijn geboortestreek. 

Zo zie je maar wat er van komt als je in een onopvallend gehucht zomaar op een beeldje afloopt! Mijn vrouw wordt daar wel eens dol van, maar ik zie het als een soort glimlach naar een bijna onbekend feitje uit de geschiedenis, met bijna onbekende mensen in de hoofdrol. Het is niet zomaar een of andere Prins Carnaval of Limburgse vlaaienbezorger, het is Gerard Krekelberg!

Zo heb ik vandaag toch een klein eerbewijsje uitgedeeld, waarvan akte. En dan volgt er natuurlijk nog één, want waar een beeld is, was eens een beeldhouwer!



Dat was Sjef Drummen sr. (1921/1996), en hij maakte dit beeld van Vlodrops bekendste burger in 1989. Hij was dichter, schilder, graficus en beeldhouwer, en liet zich in zijn creatieve werk vaak inspireren door zijn geloof. Hij kreeg er zelfs de pauselijke onderscheiding 'Pro Ecclesia et Pontifice' voor. 




De tekst van het lied:

Waar in ’t bronsgroen eikenhout, ’t nachtegaaltje zingt.
Over 't malse korenveld, ’t lied des leeuweriks klinkt.
Waar de hoorn des herders schalt, langs der beekjes boord.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord!
 (2×)

Waar de brede stroom der Maas, statig zeewaarts vloeit.
Weelderig sappig veldgewas, kostelijk groeit en bloeit.
Bloemengaard en beemd en bos, overheerlijk gloort.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord! (2×)

Waar der vaaderen schone taal klinkt met heldere kracht.
Waar men kloek en fier van aard, vreemde praal veracht.
Eigen zeden, eigen schoon ’t hart des volks bekoort.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord! (2×)

Waar aan ’t oud Oranjehuis, ’t volk blijft hou en trouw.
Met ons roemrijk Nederland, één in vreugd en rouw.
Trouw aan plicht en trouw aan God, heerst van zuid tot noord.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord! (2×)

conclusies:

  • Een echt zware en moralistische tekst van 100 jaar oud!
  • Een eerbetoon aan Limburg, hoewel het Limburg van nu toch minder lief is, en ik hier langs alle wegen een zware 'verdozing' van het landschap zie, heel veel zware industrie, milieuschade en druk verkeer.
  • Limburg lijkt op dit moment ook wat diverser te zijn......
  • Wel een mooie, zingbare en harmonische melodie - echt een volkslied.
  • Best wel een mooi en expressief beeldje, eigenlijk!