ONS' LIEVE HEER OP SOLDER
Stiekem je geloof belijden in Amsterdam
22 januari 2014
Waar gaat het over?
In 1661 koopt kousenhandelaar Jan Hartman aan de Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam een huis 'op stand'. Het bestaat uit een voorhuis en twee steegwoningen, maar de bovenste verdiepingen lopen in elkaar over. De bel-etage wordt ingericht als winkel, het souterrain als opslagplaats, en de eerste verdieping als woning. De rest van het gebouw zal een heel bijzondere functie krijgen! Hartman is een welgestelde katholieke koopman met een zoon die voor priester studeert. Het is sinds de Reformatie een moeilijke tijd voor katholieken, en vanaf 1578 (in 1568 is de vrijheidsoorlog tegen de Spaanse overheersing begonnen) mogen zij officieel in de gereformeerde stad niet openlijk hun geloof belijden en samenkomen voor de mis. Op dat moment zijn er al meer dan 20 schuilkerken in de stad te vinden!
Hartman laat op de bovenste drie verdiepingen van zijn huis ook zo'n schuilkerk bouwen, gewijd aan Sint Nicolaas. Een kerk zonder toren, maar wel met een orgel, dat zelfs op straat kan worden gehoord. Natuurlijk weet de overheid van het bestaan van de schuilkerken, maar gedoogt ze. Je moet ook zakelijk blijven! Tenslotte zijn de katholieken goede zakenpartners, goede klanten en goede burgers! Gedogen komt dus al wat langer voor in deze stad! Af en toe wil de overheid wel eens intimideren...... Vaak is een schuilkerk dan ook voorzien van een luik of deur om de priester te kunnen laten ontsnappen.
Er wordt in de loop van de tijd veel verbouwd aan de kerk, die Het Hert (Het Hart - naar Hartman) wordt genoemd. De grote hoeveelheid dagelijkse kerkgangers eist de nodige aanpassingen. In de 18e eeuw wordt er een nieuw altaar geplaatst, en in 1794 een nieuw orgel. De houten gevel wordt door een nieuwe stenen gevel vervangen.
Bijna 200 jaar na het officiële verbod mogen de katholieken in Amsterdam hun geloof weer in het openbaar belijden, en wordt de kerk overbodig. De grote Sint-Nicolaaskerk tegenover het Centraal Station wordt in 1887 gebouwd en is dan de nieuwe parochiekerk voor de binnenstad van Amsterdam. Het gebouw aan de 'Oudezijds' wordt gekocht door een groep katholieken om het van de sloop te redden, en de naam wordt veranderd in Ons' Lieve Heer op Solder.
Hartman laat op de bovenste drie verdiepingen van zijn huis ook zo'n schuilkerk bouwen, gewijd aan Sint Nicolaas. Een kerk zonder toren, maar wel met een orgel, dat zelfs op straat kan worden gehoord. Natuurlijk weet de overheid van het bestaan van de schuilkerken, maar gedoogt ze. Je moet ook zakelijk blijven! Tenslotte zijn de katholieken goede zakenpartners, goede klanten en goede burgers! Gedogen komt dus al wat langer voor in deze stad! Af en toe wil de overheid wel eens intimideren...... Vaak is een schuilkerk dan ook voorzien van een luik of deur om de priester te kunnen laten ontsnappen.
Er wordt in de loop van de tijd veel verbouwd aan de kerk, die Het Hert (Het Hart - naar Hartman) wordt genoemd. De grote hoeveelheid dagelijkse kerkgangers eist de nodige aanpassingen. In de 18e eeuw wordt er een nieuw altaar geplaatst, en in 1794 een nieuw orgel. De houten gevel wordt door een nieuwe stenen gevel vervangen.
Bijna 200 jaar na het officiële verbod mogen de katholieken in Amsterdam hun geloof weer in het openbaar belijden, en wordt de kerk overbodig. De grote Sint-Nicolaaskerk tegenover het Centraal Station wordt in 1887 gebouwd en is dan de nieuwe parochiekerk voor de binnenstad van Amsterdam. Het gebouw aan de 'Oudezijds' wordt gekocht door een groep katholieken om het van de sloop te redden, en de naam wordt veranderd in Ons' Lieve Heer op Solder.
Een jaar nadat de kerk overbodig is geworden als parochiekerk wordt het gebouw ingericht als museum, en worden in 1888 de deuren voor het publiek geopend.
Wij zijn er vandaag!
'Ons' Lieve Heer op Solder' is na het Rijksmuseum het oudste museum van de stad, en ontvangt jaarlijks ruim 70.000 bezoekers. We hebben net ons derde bezoek gebracht aan nummer 2 op de lijst van oudste musea, en hebben na een frisse neus en een lekkere lunch weer energie voor 'iets nieuws'.
De Oudezijds Voorburgwal is onderdeel van wat we 'De Wallen' noemen. Een gezellige en drukke wijk, met veel bars, eethuisjes, prostitutieramen, etc. Het pand met huisnummer 40 valt aan de straatkant nauwelijks op - het is gewoon een fraai grachtenpand als vele andere. Aan een museumvlaggetje zien we dat we op het goede adres zijn. Onze Museumkaart is hier weer een paspoort voor een vrije doorgang, en bij de kleine balie - alles is hier oud-klein tenslotte - krijgen we een audiotoer die ons door het hele gebouw kan gidsen. In alle ruimten staan sensoren die precies de juiste informatie doorgegeven. We lopen eerst door de fraaie 17e/19e eeuwse stijlkamers en we staan overal een paar minuten stil bij de verhalen van het verborgen katholieke gezins- en geloofsleven van enkele eeuwen! Hoe men sliep, at, en de gezinsrituelen vervulde - we zien de gebruiksvoorwerpen, het tafelzilver, de boeken. De ontvangstzaal met schilderijen en beelden verbaast ons door de grootte. Deze Sael is de enige ontvangstruimte van dit formaat uit de Gouden Eeuw die in Amsterdam bewaard is gebleven. We zijn nog maar op de tweede verdieping!
De schuilkerk
We klimmen via smalle trappen met uitgesleten treden naar de derde verdieping. 'Op Solder' zien we over drie verdiepingen tegelijk de schuilkerk - de grootste schat van het museum. 'Ons Lieve Heer' is in deze kerkzaal ter ere van Hem meer dan 200 jaar dagelijks aangeroepen en aanbeden. En wat voor een kerkzaal! Met een dubbele galerij aan beide kanten, een altaar, een uitklapbare preekstoel en een orgel. We schatten dat er plaats is voor zo'n 150 kerkgangers, en dat is meer dan we verwacht hadden. Het houtwerk van de galerijen ziet er prachtig uit, en de kokos vloerbedekking dempt alle loopgeluiden op de houten vloeren. Ik vind het jammer dat je zelden het orgel hoort spelen als je een kerk bezoekt, al zou het maar zijn via een opname. Een blik op de registerknoppen laat wel zien wat je ongeveer kunt verwachten, maar even stil zitten en luisteren is toch echt wat anders..... Misschien na de verbouwing?
Gelovig of niet - je moet hier gewoon een keer naar toe. Het is ongelooflijk wat je ziet. Niet in rijkdommen als uitbundige versieringen, kunstvoorwerpen of kerkschatten. Het gaat hier om het fenomeen SCHUILKERK in een nog nagenoeg originele setting! Hoeveel kerkgangers zouden hier in die 200 jaar van geloofsonvrijheid geweest zijn? Allemaal via die smalle trap, waarvan de houten treden helemaal uitgesleten zijn! Boos of geïrriteerd misschien, berustend of verdrietig over het niet openlijk mogen belijden van hun geloof? Eenmaal binnen konden ze vrij zijn om als groep de gebeden en gezangen te laten klinken, de hostie te ontvangen, de biecht af te leggen, de kinderen te vormen..... om daarna weer gewoon als 'burger' het dagelijkse leven in de stad op te pakken met collega's, bazen en klanten voor wie die 'min of meer' stiekemheid niet nodig was.
Het museum ondergaat op dit moment in 2014 een ingrijpende verbouwing, en wordt bijna twee keer zo groot. Het grachtenpand aan de andere kant van de steeg is aangekocht en wordt straks o.a. gebruikt als ontvangstruimte en restaurant. Via een bezoekerstunnel kom je straks in het huidige gebouw, zoals ook gebeurd is bij het Rembrandt- en Mauritshuis bijv. Het pand staat in de Top 100 der Nederlandse UNESCO-monumenten.
De biechtstoel is bewaard gebleven |
De woonkamer van de priester |
De 'Oudezijds' met het uitzicht op de Sint Nicolaaskerk, die de rol van 'het Hert' in 1887 heeft overgenomen |
De verbouwing
De zolderkerk is in de afgelopen jaren helemaal gerestaureerd en opnieuw ingericht. Rond 1890 waren de kasten omgebouwd tot vitrines vol kunstvoorwerpen, maar dat is weer teruggebracht in oude stijl - het zijn weer kasten zoals zij dat oorspronkelijk ook waren. Je ervaart hoe de huiskerk er aan het eind van de 19e eeuw uitzag, toen de laatste missen in de zolderkerk plaatsvonden.Het museum ondergaat op dit moment in 2014 een ingrijpende verbouwing, en wordt bijna twee keer zo groot. Het grachtenpand aan de andere kant van de steeg is aangekocht en wordt straks o.a. gebruikt als ontvangstruimte en restaurant. Via een bezoekerstunnel kom je straks in het huidige gebouw, zoals ook gebeurd is bij het Rembrandt- en Mauritshuis bijv. Het pand staat in de Top 100 der Nederlandse UNESCO-monumenten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten