vrijdag 12 december 2014

Het Suermondt Ludwig Museum in Aachen

Het Suermondt Ludwig Museum 

Een stadspaleis in Aachen

10 december 2014














Foto van de Kulturstiftung Aachen


Op tien minuten loopafstand van het Hauptbahnhof van Aachen en aan de rand van het oude stadscentrum ligt een stadspaleis uit 1888 met een fraaie neo-renaissancistische gevel. Die stijl kom je vaak tegen bij de stadspaleizen in steden als Venetië en Florence, en de architect in Aken heeft zich daar ook door laten inspireren. We zijn aangekomen bij het Suermondt Ludwig Museum, waar we in 2006 voor de eerste keer waren. Het was er toen door een grote verbouwing heel rommelig, en het zal er nu wel heel anders uitzien! Ik herinner me van een tentoonstelling voor moderne kunst mijn verwondering over een ongeopend postpakketje in een vitrine, compleet met touwtjes en postzegel. Wat nou pakje? Tot ik de afzender zag: een wazig stempel plus de handtekening van de grootste inpakspecialist van de wereld Christo, die op dat moment net een kleine tien kilometer van de Arkansasrivier had ingepakt....








We gaan door een glazen deur in de oude gevel naar binnen, en staan dan ineens heel verrassend in een zuilengang van zware marmeren zuilen met versierde kapitelen. Halverwege de gang zien we een brede bordestrap naar de zware en hoge voordeuren van het gebouw. Ik ga in mijn gedachten even terug naar het einde van de 19e eeuw, en ik zie de koetsen binnenrijden. Ik hoor het geklots van de paardenhoeven op de tegels in de holle ruimte, en het hinniken, briesen en snuiven van de paarden. Ik zie bedienden in livrei, die de dames en heren helpen bij het uitstappen en.... "Kann ich Ihnen helfen?" - dat brengt ons dus gelijk weer terug in 2014. Op de plek waar de koetsen stopten staat nu een moderne entreebalie tussen het oude gebouw en de moderne nieuwbouw.


Foto van ons eerste bezoek in 2006 voor de verbouwing


Vijf euro voor een van de grootste stadsmusea van Duitsland - hoe kunnen ze het er voor doen. Dat is 'bei uns' wel even duurder, hoewel wij zelf al jaren met de Museumkaart op stap gaan. Ja, ik mag fotograferen, maar zonder flits en statief, en met nog een paar beperkingen - en of ik dat maar even met mijn handtekening op een formulier als kennisgeving wil bevestigen! De dame is buitengewoon vriendelijk en gastvrij, en ik doe het zonder morren. Zo goed is mijn Duits nou ook weer niet om over zo'n futiliteit een met alle naamvalsvormen verantwoord debat aan te gaan.  Ik kijk over de balie heen de nieuwe museumvleugel in, die aansluit bij de Kutscheneinfahrt. Daar zie ik de koffiecorner, de winkel, en bordjes naar vergaderzalen etc. Wat zijn die musea in Nederland en Duitsland toch allemaal mooi.


Foto: Aachen-Emotion
We lopen de trap op, of, meer in stijl, we bestijgen het bordes, en doen de zware deur open. We staan gelijk in de enorme hal van een stadspaleis uit Florence, waar mijn hele huis van drie verdiepingen in zou kunnen staan! Als ik mijn huis weer wegdenk zie ik de Bel-etage met balkon en Ionische dubbele zuilen, met daarboven de Korinthische zuilen die de volgende verdieping dragen. Geheel in stijl gebouwd dus. Zonder toegesnelde en gastvrije dame-met-badge zou me dit overigens niet zijn opgevallen - maar het is toch leuke informatie! 





Je wordt direct door de sfeer van dit gebouw meegenomen, en de prachtige collectie die we zien past uitstekend in deze setting. Beneden is een indrukwekkende collectie van middeleeuwse beeldhouwkunst - en alleen al hierom is het museum een bezoek waard! De meeste beelden zijn van hout gemaakt, en ik registreer: Zirbelkiefernholz, Lindenholz, Eichenholz, Nadelholz, Erlenholz. Gezien de vele beelden van Maria met kind, al dan niet met Jozef, de vlucht naar Egypte, de aanroeping van de herders, de engelen.... het lijkt hier een beetje op een religieuze kerstmarkt - toch?

Het zijn veelal religieuze stukken, die deel uitgemaakt hebben van beeldgroepen of altaren. Sommige beelden hebben de tand des tijds gaaf doorstaan, vaak zijn ze ook een beetje met de kleur of het bladgoud geholpen. Andere beelden missen onderdelen als hoofden, armen of benen - de onderdelen die het kwetsbaarst zijn. Mijn beeldje van 'Bartje' uit Assen heeft alles nog, maar dat is dan ook nog maar 50 jaar oud. Over 450 jaar mag hij ook een handje of zo missen. Zo lijkt een wel geheel onhandige Maria wanhopig te kijken naar haar lege armen zonder het vermiste kindje Jezus, waarvan alleen een voetje nog op het onderstuk staat.... 

Vanaf 1500 zie je ook meer 'wereldlijke' stukken komen van kooplieden, staatslieden, sponsors van de kerk (de eerste bobo's?). Mensen in ieder geval, die rijk en ijdel genoeg waren om zich te laten vereeuwigen met hun heilige, of met Maria, of zelfs helemaal alleen! Het markeerde de overgang naar de renaissance.







Het Suermondt Ludwig houdt regelmatig op de benedenverdieping exposities van moderne kunst, fotografie e.d. Op dit moment exposeert de fotograaf Dennis Stock onder de titel: Time is on our side. Stock is een van de grootste Amerikaanse fotografen van de laatste decennia. Hij is in 2010 overleden op 82-jarige leeftijd. Tot 25 januari 2015 worden 150 zwart-wit foto's van hem tentoongesteld uit de jaren '50/'60/'70.

De museumbibliotheek bevat een van de grootste collecties kunstliteratuur
 in Nordrhein-Westfalen is, en is beneden gehuisvest in 2 prachtige 
zalen met stucwerk en plafondschilderingen. (foto internet)

Op de 2e verdieping zijn naast schilderijen en beelden van de 12e tot de 20e eeuw,  vele andere dingen te zien: grote tapisserieën, fijne goudsmeedkunst, antieke voorwerpen (Attische vazen), tekeningen, aquarellen, grafiek en etsen van oude meesters, zoals De Goya, Rembrandt en Dürer. We zien er veel schilderijen van minder bekende Hollandse meesters, maar er zijn ook 2 Rembrandts, en werken van bekende schilders als Govert Flinck en Gerard Dou.


Rembrandt van Rijn/Gerard Dou

Govert Flinck


De collectie moderne schilderkunst is ondergebracht op de derde verdieping, met vooral veel werken van Duitse schilders. Wij lopen inmiddels een beetje op ons tandvlees, en kunnen eigenlijk alleen nog belangstelling opbrengen voor een bijzondere en uitgebreide collectie glas-in-loodramen van de 14e tot de 20e eeuw. Dat zie je niet zo vaak in een museum! Oude glasbeschilderingen uit de Middeleeuwen, maar ook heel modern glas. Mooi aangelicht en beschreven. Ik mis alleen - maar ja, je kunt niet alles hebben natuurlijk - mijn favoriete glaskunstenaar Marc Chagall. 





Het museumgebouw ziet er prachtig verzorgd uit, alleen de belichting lijkt in de winter wat somber. Het is ook wat zoeken naar toiletten, en de 'bewegwijzering' naar de verschillende onderdelen van de collectie is wat povertjes. Zoals in de meeste musea tegenwoordig zijn ook hier veel kluisjes, er is een winkel en een restauratie. Het personeel is uiterst vriendelijk en behulpzaam. In alle zalen zijn bladen met beschrijvingen te vinden van het geëxposeerde werk. 

Wat ik echt gemist heb zijn de museumbezoekers, we waren maar met een héél klein groepje mensen binnen, en waarschijnlijk waren er meer personeelsleden in huis dan bezoekers. Die stonden misschien wel Glühwein te drinken op de kerstmarkt..... 

Alles bij elkaar genomen is dit museum een absolute aanrader dus - het is een van de grootste stedelijke musea in Duitsland. Het bestaat al sinds 1883, en vanaf 1901 in dit gebouw.


Een bijzonder middeleeuws schilderij: de besnijdenis
van Jezus - nooit eerder 'in beeld' gezien!

We lopen de KUTSCHENEINFAHRT weer uit, en gaan op weg naar de WEIHNACHTSMARKT, met zijn traditionele Bratwurst, Glühwein en Aachener Printen. We gaan onder in de menigte van duizenden mensen die zich op deze normale doordeweekse avond tussen de kramen rond Dom en Stadhuis verdringen. Ook leuk natuurlijk!











donderdag 27 november 2014

Pretoria: Jacaranda city

JACARANDA-CITY


Purple rain in Pretoria



Oktober 2014





Voor ons is het viermaal scheepsrecht! Drie keer zagen wij Pretoria in de-cember en januari in een bonte zomerse bloemenpracht. Pas tijdens onze vierde reis naar Zuid-Afrika zagen we met eigen ogen waarom Pretoria in alle reisgidsen Jacaranda-city wordt genoemd. Dit jaar waren we er namelijk de hele maand oktober, en dat is precies de voorjaarsmaand waarin deze bomen in volle bloei staan. 




Uitzicht over Pretoria vanaf de terrassen van het parlementsgebouw








De jacaranda is de meest voorkomende boom in Pretoria, en kan tot wel 20/ 30 meter hoog worden. In het centrum lijken alle straten er mee omzoomd te zijn, en vanaf het uitkijkpunt bij de Uniegebouwen zie je letterlijk een paarse gloed over de stad liggen. Ik heb nog nooit in een stad of landschap zo´n dominante kleur gezien.  Er moeten meer dan 80.000 jacaranda's in de stad zijn, maar dat heb ik niet echt gecontroleerd. Volgens mij zijn het er bovendien véél meer!






Bij ons vind je ze niet, want ze zijn niet goed bestand tegen de vrieskou. Ook in Kaapstad, waar het redelijk koud kan worden, kom je ze bijna niet tegen. Op de geografische hoogte van Pretoria gedijen ze echter geweldig. De jaca-randa is in de tweede helft van de negentiende eeuw uit Brazilië ingevoerd, en dat lijkt nu ineens een probleem te worden. Het is eigenlijk een exoot - een niet-inheemse soort, en in Zuid-Afrika is wetgeving tot stand gekomen die exoten moet weren - zelfs 'met terugwerkende kracht'! We hebben in Nederland ook een uitgebreide flora-/faunadiscussie met betrekking tot uitheemse soorten - wij noemen ze 'invasieve exoten'. Ze kunnen op hun nieuwe plek de inheemse plant- en diersoorten en zelfs micro-organismen bedreigen en zelfs verdrijven. Er woedt een felle discussie over het kappen van alle jacaranda's en een plantverbod. Voorlopig zal dat niet gebeuren, omdat de bomen te beeldbepalend zijn voor de stad Pretoria, en niet is vastgesteld dat de boom schadelijk is voor de lokale boomsoorten. Het zou ook bepaald geen kleine klus zijn die geklaard zou moeten worden. Er zou wel veel hout beschikbaar komen voor de meubelindustrie, want daar is deze houtsoort heel geschikt voor!



Bloemkransen en blad van de jacaranda


Hoewel de meeste planten in deze regio het hele jaar groen blijven, is de jacaranda bladloos in de zachte Afrikaanse winter (juni/augustus). In sep-tember begint de boom in bloei te komen. De klokvormige bloemen staan in opvallend grote pluimen, en elke bloem heeft een kroon van vijf lobben. Overdag lichten de bloemen op in de felle zon, en tegen het vallen van de avond lijkt de paarse kleur dieper en intenser te worden. 








Pas halverwege oktober zagen wij tussen de paarse bloemen de bladeren tevoorschijn komen. Waarschijnlijk is deze boom juist vanwege de bladeren zo geliefd: ze doen denken aan de dubbelgeveerde bladeren van de varen, en deze bladvorm filtert als het ware het felle zonlicht, maar laat nog voldoende licht door. Als de bladeren volgroeid zijn, laat de boom zijn bloemen vallen, en wordt Pretoria bedekt met een vaal paars tapijtje - ze noemen het de 'purple rain'! 


Als de bloemen uitvallen spreken ze in Pretoria van de 'purple rain'




De bloei van de jacaranda valt samen met het Zuid-Afrikaanse einde van het schooljaar, de tijd ook van de examens. Veel studenten hopen dat er een jacarandabloempje op hun hoofd zal vallen, want dat zou volgens 'de overlevering' geluk brengen bij de examens.





dinsdag 25 november 2014

Een unieke ontmoeting in het Krugerpark

Een unieke ontmoeting


Wilde honden in het Krugerpark


Zuid-Afrika - januari 2012



Als we het Krugerpark inrijden is dit een van de eerste beelden. Dat begint goed vandaag...


Hyena's aan het ontbijt in de zon

'Ladies and gentleman..... dit is heel bijzonder.... dit maak ik zelden mee, en ik werk hier toch al vele jaren!'

Een gids kan gewone dingen altijd heel bijzonder maken om zijn groep de indruk te geven dat ze iets heel speciaals meemaken. Dat hoort bij zijn werk, en dat willen we natuurlijk ook een beetje..... Maar, weet je, ik geloof hem dit keer, want hij kijkt er heel blij en verwonderd bij - en zijn enthousiasme komt heel echt over! 

De dag was al goed begonnen! In het prille ochtendlicht - en niet te vergeten de ochtendkou - zagen we grote kuddes bokken, koedoes, zebra's, groepjes giraffes, een neushoorn en zelfs een trio hyena's - en dat alles dichtbij onze landrover. En, heel belangrijk, fotografeerbaar! 



We zitten met 10 man van onze Djo-sergroep in een landrover. Het zijn harde banken, de vering is stug, en de wegen niet altijd mooi en geas-falteerd. De gids/chauffeur rijdt langzaam, voortdurend rondkijkend, en wijst overal dieren aan die wij met z'n allen nog niet hadden gezien. Variërend  van mestkevers en zangvogeltjes tot neushoorns en olifanten. Hij vertelt er ook over en put kennelijk uit een enorme ervaring! Het is een hete zomerdag, in Nederland is op dit moment 35 graden kouder. 

Als we langzaam rijdend een bocht omgaan stopt onze wagen plotseling, en maant de gids ons tot stilte. Voor ons zien we een schouwspel waar we niet op gerekend hadden. We zien een roedel wilde honden op nog geen 10 meter afstand van ons. Helemaal relaxed, spelend, stoeiend en rustend op de weg en in de berm tussen het hoge gras. We rijden nog dichterbij, tot we naast de groep staan. We tellen 10 wilde honden, en ze zijn niet bang van ons. Ze moeten ons ruiken, maar volgens de gids kunnen dieren ons niet scheiden van het voertuig waar we inzitten, en van dat voertuig hebben zij geen gevaar te duchten. 




Op dat moment zegt onze gids dat dit een uniek moment is. De wilde hond is een be-dreigde diersoort. Er zijn er naar schatting nog maar zo'n 2500 op de wereld, en daarvan leven er hier 350 in het Krugerpark, dat met alle aangrenzende parken zo groot is als Nederland. Ze zijn bovendien normaliter zo schuw, dat je ze maar zelden kunt waarnemen, laat staan fotograferen. Het zijn de moeilijkst te spotten dieren in het park. En kijk mij nou, ik zit er bijna naast, en ze lijken te poseren voor me! We zijn allemaal opgewonden, maar kunnen dat nu niet uiten. De chauffeur rijdt stapvoets wat heen en weer, zodat iedereen ruim zicht heeft.  



De wilde honden, ook wel hyenahonden genoemd, zien er aaibaar uit, met hun prach-tige kop, die lijkt op die van een herder. We zullen dat aaien maar niet uitproberen. Het zijn geen hondjes om aan een lijn uit te laten. Hun naam suggereert een verwant-schap met onze hond, maar die is er niet helemaal. Onze hond is namelijk meer ver-want aan de wolf. Wilde honden zijn vechtersbazen, die als groep een zebra of zelfs een giraffe kunnen aanvallen. Over een afstand van 5 kilometer kunnen ze een snelheid vasthouden van bijna 50 km/u. Op topsnelheid kunnen ze de 60 km/u halen! Ze putten hun prooi helemaal uit, en pakken hem dan niet zoals een leeuw bij de keel, maar bij-ten zich vast in de flanken en in de kwetsbare buik, die ze 'gewoon' openscheuren. Als het prooidier zich gewonnen geeft, en op de grond valt, verandert hun georganiseerd-heid in een ongegeneerde vreetpartij. Ze verscheuren de prooi levend en elk dier trekt er zijn deel af. Dit komt heel agressief over, maar onderling is het het meest sociale roofdier dat we kennen. Er is zelfs geen intimidatie binnen de groep, en er wordt goed voor de jongen gezorgd.  





Mooi vind ik hem niet. Hoog-op-de-poten, grote afgeronde en alerte oren, scherpe tanden, een slank lichaam, brede kaken, felle ogen, een volle staart en een gevlekte huid. Hij stinkt, maar daar denkt hij zelf waarschijnlijk anders over..... Een efficiënte jager, die voornamelijk in de schemering jaagt op antilopen als impala, gazelle, blauwe gnoe en koedoe, maar ook wrattenzwijnen, vogels en ratten staan op het menu. Ze zijn gewoon niet zo kieskeurig!
\



Helemaal voldaan van deze dag gaan wij naar onze 'compound' midden in het Krugerpark, waar wij in een 'originele Afrikaanse rondavel' slapen. Nog twee dagen gamedriving in dit geweldige gebied! 






...en NEE, we laten de honden niet uit vanavond!



Rotterdam, augustus 2014

We zijn op bezoek in Blijdorp. vanaf een hoog aangelegd wandelpad zien we onder ons een jonge wilde hond ongedwongen spelen met een jong van slechts enkele weken oud. Toegegeven, iets anders - toch leuk!







maandag 24 november 2014

Rüdesheim am Rhein

Rüdesheim am Rhein

Vier uur passagieren in een schattig Rijnstadje

12 september 2013





De Prinses Christina voor vertrek in Keulen
Rüdesheim is een schattig Rijnstadje, en het is begrijpelijk dat alle Rijncruiseschepen hier aanleggen. Marianne en ik zijn passagier op de 'Prinses Christina', ons varende hotel op de Rijn en de Moezel. Vandaag zijn we dus in Rüdesheim, en het is druk aan de kade. Er liggen wel 15 cruiseschepen die hun pak-'m-beet 2500 passagiers hebben afgezet voor een middag zelfstandig vermaak of een georganiseerde excursie. 

Het is druk in de smalle straatjes, en je kunt hier en daar over de hoofden van de mensen lopen. Iedereen loopt door de 'beroemde' Drosselgasse, eigenlijk een onbeduidend verbindingsstraatje tussen de Rijnkade en het kleine centrum van Rüdesheim. Je ziet hier en in de straatjes er omheen alleen maar restaurants, barretjes, terrassen, souvenirwinkels en galerieën. Overal klinkt muziek, die soms in al zijn toeristische slonzigheid niet om aan te horen is. Het is warm vandaag, en het stinkt naar 'Bier und Bratwursten'. Niet mijn favoriete vakantiebestemming dus, maar het
  
heeft wel iets aanstekelijk-gezelligs: vrolijk rondbabbelende toeristen, met zonnebrillen, petjes en kleurige zomerkleren, die alle oninteressante dingen fotograferen en de echte mooie dingen niet zien. Te gek voor woorden: in korte broek shoppen in de grote kerstwinkel van Käthe Wohlfahrt, met zijn winter-en-donker-en-sneeuw-uitstraling. Dáár mag je binnen niet fotograferen, wat ik uiteraard negeer. Na enkele foto's krijg ik een Duits standje, want - vingertje - dat bordje bewijst dat ik het niet mag! 'Entschuldigung, das hab'ich nicht gesehen' - gna, gna. Echte zomergezelligheid dus vandaag, want toen ik hier een jaar eerder in de winter kwam, was het gewoon een plaatsje van niks - alles was gesloten, de straatjes waren leeg, de attracties verlaten. Geen horde opdringerige obers op straat, en nauwelijks een open koffietent. Geen wijnwinkel met uitbundige verkopers, proeverijen, glasgraveersessies, maar lege winkels met minimale bezetting. 

Als alle vlaggetjes, terrassen en reclameborden na het zomerseizoen en de wijnfeesten in oktober verdwenen zijn, zie je ook pas hoe vervallen en shabby alles er uit ziet. Het toneellot van toeristenstadjes - als een theater achter het decor! Deze week profiteert Rüdesheim nog even van de laatste spurt van het zomerweer. IJs, cola, bier en wijn zijn niet aan te slepen! Van Rüdesheim is bekend dat het al van voor de komst van de Romeinen een aantrekkelijke en geliefde plek was om te wonen en om je te vermaken.


We kunnen deze middag zelf invullen. Vier uur, welgeteld, want dan worden we weer voor het diner aan boord verwacht, we slaan vandaag de koffie en de borrel in de lounge maar over. Ons oog is gevallen op Siegfrieds Museum für Mechanische Musik, de kabelbaan naar het indrukwekkende Niederwaldmonument, de wijngaarden en de kasteelruïne. Een excursie vanuit ons schip zou ons met een 'treintje' naar het museum gebracht hebben. We besluiten er zelf naar toe te lopen - nog geen 10 minuten - en we zien dat sullige kindertreintje met een tot locomotief getransformeerde trekauto niet zitten. 




De Bromserhof is een van de mooiste en oudste gebouwen in Rüdesheim, een oude ridderhof, waarvan een deel teruggaat tot het jaar 1310. Siegfried Wendel heeft in dit gebouw zijn collectie van 350 mechanische muziekinstrumenten uit de laatste drie eeuwen ondergebracht. De grootte van de instrumenten varieert van een fluitend vogeltje van enkele centimeters tot kingsize draaiorgels, en evengrote instrumenten die complete orkesten kunnen vervangen, inclusief de strijkinstrumenten! 













De gids leidt ons heel bekwaam, geestig en multilinguaal, zoals echte gidsen horen te zijn, in een klein uurtje rond. Ze moet over een knap staaltje organisatie- en improvisatietalent beschikken, want onze groep bestaat al uit 25 man - best groot voor de kleine ruimten - en er zwerven nog minstens 5 andere groepen in het gebouw rond. Af en toe moet even in een volgende zaal gekeken worden of die al leeg is. Nee, nog niet, dus trekt ze nog maar een blik anekdotes open of geeft ze nog een demonstratie met een instrument - en dat gaat er in als Kuche. Als de gids uitgesproken is, en iedereen doorloopt naar de volgende zaal, krijg ik de kans en de ruimte om even de grote instrumenten te fotograferen zonder al die toeristen in knalgele en rode t-shirts. Je moet even geduld hebben, en de aansporing van gidsen af en toe even niet willen horen! In de museumwinkel vinden we allerlei soorten kleine muziekdoosjes, van enkele euro's tot maar liefst 2500 euro! Het museum is een aanrader, en volgens mijn folder zijn dit jaar al zeker 90.000 mensen mij voorgegaan in deze mooi ingerichte kamers/zalen. (www.siegfrieds-musikkabinett.de/)


In de Oberstrasse kopen we kaartjes voor de Gondelbaan, die ons naar het Niederwald Monument gaat brengen, 200 meter boven de rivier. 'Über den Reben schweben' - noemt de folder dat. We zweven geluidloos over anderhalve kilometer wijngaarden, en we kunnen de druiven bijna aan de struiken zien hangen. Tien minuten later stappen we in een bosrijke omgeving weer uit onze gondel. We lezen in de folder dat de 'Seilbahn' als 'Zahnradbahn' is begonnen in 1884 om de talrijke bezoekers naar het monument te kunnen vervoeren. Daarmee is de grondslag gelegd voor het toerisme in Rüdesheim. In 1954 werd de Seilbahn aangelegd, en in het jubileumjaar 2004 werd 30.000.000e bezoeker begroet. Nu zweven we naar boven met de huidige en moderne gondels die de oude in 2005 vervingen. Als we boven zijn lopen we in enkele minuten naar het nationale Niederwald Monument.  







Het monument is bedoeld als herinnering aan de stichting van het Wilhelminische keizerrijk. Dat gebeurde na de Frans­-Duitse oorlog van 1870-1871, die voor Frankrijk zo desastreus afliep. Het monument straalt victorie en nationale trots uit! De gelauwerde Germania werd het boegbeeld van de overwinning op aartsvijand Frankrijk. In de 19e eeuw had Duitsland zich steeds meer vereenzelvigd met de vrouwenfiguur Germania. Met haar blonde Germaanse vlechten, haar strijdbare kuras en haar eikenloof zag ze er ook anders uit dan de Hollandse maagd, de Engelse Brittannia, de Franse Marianne..... Ze steunt vol zelfvertrouwen op het rijkszwaard, en houdt triomfantelijk de keizerskroon hoog. De Duitse adelaar zit aan haar voeten. Het beeld van Schilling is bijna 11 meter hoog en weegt tweeëndertig ton! Het rijkszwaard van Germania is maar liefst  zeven meter lang. Het hele monument is met zijn bijna veertig meter hoogte een landmark voor alle mensen die op de Rijn varen. 




Keizer Wilhelm lijkt hier op zijn paard te midden van hoogwaardigheidsbekleders, officieren van alle rangen en zijn troepen op het middentableau de grens te bewaken en kijkt richting Frankrijk. 'Die Wacht am Rhein', met het complete gedicht van Max Schneckenburger uit 1840, een patriottische lied, dat door de Zuid-Duitse staten als volkslied werd gebruikt. Een ppolitieke keuze waarschijnlijk ook om juist dit gedicht op het monument te plaatsen. De zuidelijke staten hadden grote moeite met het Pruisische volkslied 'Heil dir im Siegerkranz' dat in 1840 het volkslied van het Duitse Rijk werd. Ik sta hier nu dus bij een echt nationalistisch monument uit een tijdperk waarin alle Duits-Germaanse volkeren werden verenigd in het keizerrijk. Op ons Nederlanders, die maar moeilijk met militaristische gevoelens om kunnen gaan, komt zo'n monument ook wel erg pompeus over. 




Het Niederwald Dekmal, een landmark voor alle reizigers op de Rijn. 



Zum Andenken an die einmüthige siegreiche Erhebung des Deutschen Volkes und an die Wiederaufrichtung des Deutschen Reiches 1870-1870






We zien de cruiseschepen onder ons liggen aan de Rijnkade, en hadden al besloten om terug te gaan lopen. Wij Nederlanders denken dan aan het principe van de kortste afstand en rechte lijnen, en denken dat in een half uurtje te kunnen doen. Dat is echter een stukje polderdenken, want alleen 'bei uns' lopen wegen recht naar hun doel. Op een berg werkt dat anders. Daar loop je schuin aflopend via de ‘flanken’ van de berg naar beneden...... Als we in de gaten krijgen dat het zo toch wel héél lang gaat duren, gaan we over op Plan B: recht naar beneden, over de ruwe aarden paden tussen de wijnranken door. Dat is wel veel leuker natuurlijk, en de groene en blauwe druiven zijn héérlijk! Het gaat in ieder geval sneller, en binnen de origineel geplande tijd lopen we Rüdesheim weer in. 




Op de 'Prinses Christina' zijn de tafels voor de 150 cruisegangers al weer prachtig gedekt. Het gaat vast lekker smaken......