woensdag 16 juni 2021

ABBAYE d'IGNY

In het klooster van Arcis-le-Ponsart (Champagne)

2 september 2020




Wij hebben een appartement gehuurd in Arcis-le-Ponsart, een oud en volkomen dood Champagnedorpje. Dat 'dood' slaat uiteraard op het dorpsleven zelf, want er is overdag geen leven waarneembaar! Er wonen voornamelijk forenzen die de nabije stad Reims hebben verlaten voor een rustig plekje op het platteland, met een heel grote tuin! Verder lijken er alleen mensen te wonen die betrokken zijn bij de akker- en wijnbouw rond de plaats. Niet één winkeltje, niet één terrasje, en het enige dat de moeite waard lijkt om te bezoeken - het oude kerkje - is ook nog gesloten. Vandaag rijden we een route door de lieflijke en interessante Champagnestreek, en zoeken kerkjes die wel open zijn, leuke oude wasplaatsen, monumenten - en staan ineens voor een abbaye, een klooster. Flinke parkeerplaats, open hek, woorden van welkom.






Abbaye d'Igny heet het klooster en voluit op z'n Frans: Communauté Cistercienne Abbaye Notre-Dame du Val d'Igny. Een heel modern klooster, dat met 60 vrouwelijke kloosterlingen midden in de wereld staat en iedereen verwelkomt om de dagelijkse vieringen mee te maken of om de sfeer te proeven. Of natuurlijk de speciale chocolade die in het klooster wordt gemaakt en verkocht!


Vanaf 1128 is dit al een plaats van gebed, contemplatie en ingetogen religieus leven maar in de negen eeuwen van zijn bestaan is het klooster een aantal malen verwoest. Voor het laatst in de Eerste Wereldoorlog, toen de grootste veldslagen van deze oorlog in deze streek werden uitgevochten. De bewoners waren natuurlijk al lang weg, en veel kostbaarheden zullen ook wel gered zijn van de oorlogsschade. Van de gebouwen was niet veel meer over, en alles moest weer opnieuw opgebouwd en opgestart worden. De gebouwen van nu zijn dus uit 1920, en de kloosterkerk is van grote eenvoud, gebouwd in een soort neogotiek. De kenmerkende bouwstijl van de Cisterciënzer abdijen werd wel weer toegepast: gerangschikt in een vierkant met omsloten binnentuin. We zien een enkel glas-in-loodraam, en heel veel details die ongetwijfeld relateren aan de bewoners van de laatste 900 jaar! Versieringen, wapenschilden bijvoorbeeld.




We kunnen aansluiten bij een heel intieme vesperviering met 16 nonnen die een korte Gregoriaanse mis zingen en lezen. We krijgen een liturgie aangereikt, en kunnen zo de hele viering meelezen, meebidden en meezingen. Bijna niemand van de 15 aanwezige 'gewone' gelovigen lijkt mee te zingen. Het is ook gewoon fijn om naar het ijle en hoge gezang van de overwegend oudere religieuzen te luisteren, en het diep binnen te laten komen. Een van de nonnen bespeelt het orgel vanuit het koor. Ik maak heel bescheiden foto's vanaf mijn zitplaats, omdat ik dit moment wil bewaren en delen.



Na de viering bekijken we de geschiedenis van het klooster in een expositieruimte van de kerk, een klein museum, waar we veel attributen uit het verleden zien, zoals kloostergewaden, kerkboeken, akten, heiligenbeelden, en oude voorwerpen, die de nonnen gebruikten voor het maken van chocola! Dat doen ze overigens nog steeds - het geld moet tenslotte ergens vandaan komen. Er is een dure toeristenwinkel op het kloosterterrein, met alles wat je ook in een normale souvenirwinkel ziet.

Voor meer religie-gerelateerd inkomen lezen we in de informatiebrochure, dat er het hele jaar door groepen mensen komen voor lezingen, cursussen en congressen. Een deel van het grote klooster heeft daarom kennelijk de eenvoudige cellen ingewisseld voor hotelkamers.




Wij hebben dit als een prettig bezoek ervaren, en gaan weer verder met onze Champagnetoer!

 

 

Waar in 't bronsgroen eikenhout.

Een ontmoeting met Gerard Krekelberg in Vlodrop

11 juni 2021



In het Limburgse kerkdorp Vlodrop zie ik een bronzen beeldje van Gerard Krekelberg (1864/1937), en loop erop af. Wie was hij? Ik lees dat hij de dichter was van het mij zeer bekende gedicht 'Waar in 't bronsgroen eikenhout....'. Krekelberg was geboren in Neeritter, en heeft daar lang gewoond. De prachtige, door de met eikenbomen omzoomde lanen van Kasteel Borgitter, net over de grens bij Neeritter, zouden hem tot de eerste zin van zijn gedicht hebben geïnspireerd. Hij maakte deze tekst op een melodie van Henri Thijssen, een koordirigent uit Roermond. In 1909 werd dit lied als ode aan Limburg voor het eerst uitgevoerd, en in 1939 officieel tot volkslied van deze provincie verklaard. 

Veel niet-Limburgers zullen dit lied ook luidkeels mee kunnen zingen! Ik heb het als 13 jarige nog op de MULO uit mijn hoofd moeten leren, net als het Friese volkslied. 



Als ik na mijn bliksembezoekje aan Vlodrop (de kerk was dicht....) naar Natuurpark De Meinweg ga voor een flinke wandeling, dan betrap ik mezelf erop dat ik constant met dit lied bezig ben, en het loop te neuriën en te fluiten. Die tweede regel, daar kom ik niet uit. Even googelen - oh, ja! En die derde regel is ook anders, want ik zing gewoon 'langs de beekjes boort....', en het duurt even voordat ik de naamvalsconstructie herken (ja, ja, ook nog uit de MULO-tijd), en zie dat het om de oevers (boorden) van de beekjes gaat: '....langs der beekjes boord'. Wel de taal van honderd jaar geleden natuurlijk. De Friezen zullen ook wel lachen als ze mij hun volkslied horen zingen, denk ik!  

Krekelberg was onderwijzer in Vlodrop, dus ook nog een beetje een oud-collega. Hij had een speciale belangstelling voor heemkunde, en publiceerde in zijn jeugd al in oudheidkundige tijdschriften over de dialecten in zijn geboortestreek. 

Zo zie je maar wat er van komt als je in een onopvallend gehucht zomaar op een beeldje afloopt! Mijn vrouw wordt daar wel eens dol van, maar ik zie het als een soort glimlach naar een bijna onbekend feitje uit de geschiedenis, met bijna onbekende mensen in de hoofdrol. Het is niet zomaar een of andere Prins Carnaval of Limburgse vlaaienbezorger, het is Gerard Krekelberg!

Zo heb ik vandaag toch een klein eerbewijsje uitgedeeld, waarvan akte. En dan volgt er natuurlijk nog één, want waar een beeld is, was eens een beeldhouwer!



Dat was Sjef Drummen sr. (1921/1996), en hij maakte dit beeld van Vlodrops bekendste burger in 1989. Hij was dichter, schilder, graficus en beeldhouwer, en liet zich in zijn creatieve werk vaak inspireren door zijn geloof. Hij kreeg er zelfs de pauselijke onderscheiding 'Pro Ecclesia et Pontifice' voor. 




De tekst van het lied:

Waar in ’t bronsgroen eikenhout, ’t nachtegaaltje zingt.
Over 't malse korenveld, ’t lied des leeuweriks klinkt.
Waar de hoorn des herders schalt, langs der beekjes boord.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord!
 (2×)

Waar de brede stroom der Maas, statig zeewaarts vloeit.
Weelderig sappig veldgewas, kostelijk groeit en bloeit.
Bloemengaard en beemd en bos, overheerlijk gloort.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord! (2×)

Waar der vaaderen schone taal klinkt met heldere kracht.
Waar men kloek en fier van aard, vreemde praal veracht.
Eigen zeden, eigen schoon ’t hart des volks bekoort.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord! (2×)

Waar aan ’t oud Oranjehuis, ’t volk blijft hou en trouw.
Met ons roemrijk Nederland, één in vreugd en rouw.
Trouw aan plicht en trouw aan God, heerst van zuid tot noord.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord! (2×)

conclusies:

  • Een echt zware en moralistische tekst van 100 jaar oud!
  • Een eerbetoon aan Limburg, hoewel het Limburg van nu toch minder lief is, en ik hier langs alle wegen een zware 'verdozing' van het landschap zie, heel veel zware industrie, milieuschade en druk verkeer.
  • Limburg lijkt op dit moment ook wat diverser te zijn......
  • Wel een mooie, zingbare en harmonische melodie - echt een volkslied.
  • Best wel een mooi en expressief beeldje, eigenlijk!





vrijdag 4 juni 2021

VOORTREKKERMONUMENT 

PRETORIA 

EEN HERINNERING AAN DE GROTE TREK VAN DE AFRIKAANSE BOEREN



Een klein stukje geschiedenis

Het zat al niet lekker bij de Boeren, de Nederlandstalige kolonisten in Zuid-Afrika! Maar toen de Nederlandse Kaapkolonie in 1806 in Engelse handen kwam na een lange periode zelfstandigheid vanaf 1612, werd de roep om een vrije Boerenstaat in het binnenland steeds luider. Er was een sterke immigratie van Engelsen in 1820, de Nederlandse taal werd bedreigd, en hun politieke invloed werd steeds kleiner onder het Engelse gezag. Rond 1834 kwam het tot een uitbarsting. 



Voortrekker Piet Retief vaardigde op 22 januari 1837 een manifest uit, waarin hij aankondigde dat een groep Voortrekkers het Rijk zou verlaten om zich zelfstandig in een ander deel van de Kaap te vestigen. De Grote Trek is de tocht van zo'n 12.000 Nederlandstalige Afrikaner boeren, die door onderhandelingen en veel vechten zich een plek verwierven, die later Transvaal en Oranje Vrijstaat werden genoemd. Dat gebeurde voor een groot deel met ossenwagens, die later het symbool van De Grote Trek zouden worden. In 1838 vond een grote slag plaats bij de Bloedrivier, waarbij een paar honderd Voortrekkers meer dan 10.000 Zoeloes wisten te verslaan, zonder zelf een krijger te verliezen. In 1852 werd de Zuid-Afrikaanse Republiek (Transvaal) door de Engelsen bij verdrag goedgekeurd. Andries Pretorius tekende als een van de leiders van de Voortrekkers dit verdrag. In 1854 werd de Oranje Vrijstaat aan de nieuwe natie toegevoegd.  

Het is een warme oktobermaand, en we staan bij de Union Buildings van Pretoria uit te kijken over de stad, die helemaal paars is gekleurd door de tienduizenden Jacaranda-bomen die de stad rijk is. In de verte, enkele kilometers buiten de stad, zien we het Voortrekkermonument op een hoge heuvel liggen, Wij zijn er al eens geweest, maar we moeten er gewoon weer naartoe! Het is dan ook een indrukwekkend vierkanten bouw-werk van 40 m hoog, gemaakt van Zuid-Afrikaans graniet. Het is ontworpen door archi-tect Gerard Moerdijk in art deco stijl. Het doet denken aan een vesting, en lijkt door de granietstructuur en de horizontale lijnen op een fort dat gemaakt is van boomstammen, zelfs als we er vlak voor staan! De brede en hoge trappen maken het gebouw nog indrukwekkender! Als we boven zijn zien we een muur rond dit 'fort' met 64 aaneen-gesloten granieten reliëfs van boerenwagens, die in een cirkel om het 'kamp' heen staan. Net als de veilige kring van ossenwagens waar vanuit de slag bij de Bloedrivier werd gevoerd. 

De Zuid-Afrikaanse beeldhouwer Anton van Wouw heeft een bronzen beeld van de Voor-trekker-oermoeder met kind gemaakt. Het staat voor de toegangspoort van Monument-koppie. 

 Op de vier hoeken van het monument zijn beelden gemaakt van Piet Retief, Andries Pretorius, Andries Hendrik Potgieter en een 'onbekende' leider die representatief is voor alle andere Voortrekker leiders.

Het Voortrekkermonument is in 1949 geopend ter nagedachtenis aan de Voortrekkers, de 'Grote Trek' en de Slag bij de Bloedrivier. Deze geschiedenis wordt in en buiten het gebouw op alle mogelijke manieren verbeeld. In 1949 waren er maar liefst 250.000 mensen aanwezig bij de opening van het gebouw.



 

We stappen binnen in de enorme 'Heldesaal', die met een fraai stenen 'kantwerk' de felle Zuid-Afrikaanse zon gefilterd binnenlaat. De zaal is prachtig afgewerkt met Itali-aans marmer, en langs de binnenmuren zijn helemaal rondom 27 panelen van een unieke en doorlopende marmeren fries aangebracht, die de geschiedenis van de voor-trekkers uitbeeldt. Deze marmeren fries, met zijn 92 meter lengte(!) de grootste ter wereld, werd gemaakt door de Italiaanse beeldhouwer Romano Romanelli, met maar liefst 50 beitelaars om de klus te klaren. Het ontwerp was van 4 Afrikaanse beeldhouw-ers: Hennie Potgieter, Laurika Postma, Frikkie Kruger en Peter Kirchhoff, die 5 jaar werkten aan gipsen voorbeelden. En ook al is het onze geschiedenis niet, we lopen toch 'het hele vierkante rondje' met onze papieren gids. Wat is dit mooi gemaakt!


Door een grote ronde open ruimte in het midden van de zaal is een cenotaaf zichtbaar in het souterrain, met de inscriptie 'Ons vir jou Suid-Afrika'. Door een opening in de koepel valt elk jaar op 16 december om precies 12.00 uur - de 'Geloftedag', nu de Verzoeningsdag - een straal zonlicht op de cenotaaf. 



In het souterrain is een museum van de boerengeschiedenis ingericht. We zien v
eel oude boerenvoorwerpen in vitrines, maar ook diorama's met meubels, voertuigen en - wat verouderde - poppen. De collectie zou niet misstaan in ons eigen Openlucht Museum in Arnhem! Vitrines vol gebruiksvoorwerpen voor koken, kleding maken, schrijven, onderwijs, ehbo, en you name it. 







Maar ook veel Bijbels, liedboekjes, akten van grondaankopen, de Heidelbergse Catechismus, naast speren, kogels en alles wat aan de Boerenstrijd doet denken. Klassen met veelal donkere Afrikaanse middelbare scholieren worden hier rondgeleid. 'Boeren' doet erg blank aan, maar deze boeren namen wel hun inmiddels vrije slaven mee naar hun nieuwe land, als werknemers met een nieuwe toekomst. Bovendien zijn deze zwarte (algemene Zuid-Afrikaanse term) tieners gewoon burgers van Zuid-Afrika, dat zich ook niet voor niets de 'Regenboognatie' noemt. 


We klimmen weer terug naar de Heldenzaal, en beginnen dan aan de flinke klim naar het 40 meter hogere koepeldak. Net op dit moment is het 'heisbakkie' oftewel de lift, stuk! Al klimmende - en hijgende - beleven we het gebouw intenser, denk ik! We staan nu dicht onder de opening in het dak, en zien de cenotaaf beneden ons. De zonnestraal van 16 december denken we vandaag er gewoon even bij!



We gaan vanuit de koepel naar het uitzichtterras dat rondom in dezelfde stijl als het gebouw is gemaakt, en een mooi panorama geeft op de stad Pretoria en de omgeving.



 

Rond het monument ligt een tropische tuin waarin bijna alle bloemen, struiken en bomen van Zuid-Afrika te zien zijn. Het is een waar kleuren- en geurenparadijs, dat heel mooi onderhouden wordt. Ik neem wat rijpe zaadjes mee, hoewel ik weet dat dat van de douane in Nederland niet mag. Volgend jaar bloeien die prachtige bloemen misschien wel in mijn tuin. 


In het park zijn inmiddels ook andere monumenten toegevoegd aan deze site! Het wordt steeds meer een herdenkingsplaats. Gelukkig kunnen we hier ook eten en vooral drinken (het is heet, heel heet....), en er is een goede souvenirshop. 


Als je alles wilt zien, en zelfs de trappen naar de koepel wilt beklimmen, ben je wel enkele uren kwijt!


donderdag 27 mei 2021

DE HEUVEL DER KRUISEN

Siauliai - Litouwen - ons bezoek op 4 mei 2019


Een bezoek aan 'De Heuvel der Kruisen' in Siauliai (Litouwen) is een heel bijzondere gebeurtenis, en staat bijna standaard op de excursie-lijst van reisbureaus. Wij zijn hier op rondreis door de Baltische Staten. 


Het kruis is het belangrijkste christelijke symbool, en dat maakt de 'Heuvel der Kruisen' ogenschijnlijk tot een bedevaartsplaats. Maar het is meer dan dat! Toen de Litouwers hier op een oude verdedigingslinie kruisen gingen plaatsen, begingen ze, vanuit hun geloof, hun verdriet en hun vastberadenheid een daad van verzet tegen de Russische bezetters. 'De Heuvel der Kruisen' is daarmee een monument van dat verzet, een belangrijk aspect van een heel lange onafhankelijkheidsstrijd.

 


Het begon allemaal na de mislukte Novemberopstand van 1830/1831, toen de eerste slachtoffers vielen in de ongelijke vrijheidsstrijd tegen de Russische overheersers. De tsaar beperkte de godsdienstvrijheid van de Litouwers: ze mochten hun doden niet meer met een gepaste begrafenis op een kerkhof eren. Dat kon niet eens, want de slachtoffers van het regime werden meestal niet eens meer teruggevonden! Omdat er zodoende geen plekje meer was om te rouwen en te gedenken, besloten de familieleden om zelf voor hun verloren geliefden een gedenkplaats op te richten. Ze plaatsten kruisen op de Domantai-verdedigingsheuvel - de 'Heuvel der Kruisen' was geboren! Ook andere symbolen werden er achtergelaten, zoals crucifixen, beelden van Maria en Heiligen, rozenkransen, naam- en herinneringsbordjes, later ook fotootjes, etc.

 

 






























Na de Russische Revolutie van 1918 ontstond er een nieuwe politieke realiteit. De Baltische staten verklaarden zich onafhankelijk van het nieuw Rusland, maar moesten daar nog wel 3 jaar voor vechten! Op de Heuvel der Kruisen kwamen weer veel Litouwers samen om te bidden voor vrede, voor het vaderland en voor de geliefde slachtoffers. De vrijheid duurde maar kort. De Nazi's rolden over de Baltische Staten, en de Russen bevrijdden hen daarna weer van de Duitsers. 

Na de Tweede Wereldoorlog bleven de Baltische staten ingelijfd in de Sovjet-Unie. Het verzet daartegen groeide, en werd steeds openlijker en onverzettelijker. De Heuvel der Kruisen werd steeds meer een bedevaartsoord voor vrede, erfgoed en religie. Het hele gebied rond de Kruisheuvel werd door de Sowjets tot verboden gebied verklaard, en in 1961 werd ter ontmoediging de hele locatie platgebrand, en door bulldozers met de grond gelijkgemaakt. Dat gebeurde overigens in de jaren daarna nog driemaal, want alle maatregelen werkten averechts! Vaak werden in dezelfde nacht al weer nieuwe kruisen neergezet, ondanks zware straffen op deze 'politieke daden'. Er waren zelfs plannen gemaakt om een dam te bouwen in de nabijgelegen Kulvė rivier, waarddoor de heuvel onder water zou komen te staan.


In 1991 werden de drie Baltische staten zelfstandig, en dat maakte de weg vrij voor een bezoek van paus Johannes Paulus II aan de Kruisheuvel op 7 september 1993. Hij noemde de plaats 'een plek voor hoop, vrede, liefde en opoffering'. Hij schonk een Christusbeeld, en steunde de bouw van een klein klooster. Het pauselijk bezoek heeft tot nog meer bezoekers en bedevaartgangers geleid. In 2006 werden er al weer meer dan 100.000 kruisen geteld! 


Op dit moment lopen de schattingen (tellen is niet mogelijk) op tot 600.000, en de heuvel is veel te klein geworden! Omdat niemand de heuvel in beheer heeft, kan iedereen overal zijn kruis neerzetten. Kleine kruisjes worden op grote stapels gelegd, Het totaalplaatje is daardoor naast overweldigend ook chaotisch, door gebrek aan regie, en alleen in stand gehouden door vrijwilligersorganisaties. Dat doet afbreuk aan de devotie, die van dit monument uitgaat. 



Onze bus stopt op een grote parkeerplaats, en we zien na het uitstappen de winkeltjes waar kruisen, crucifixen, en alle mogelijke christelijke symbolen en souvenirs worden verkocht, in alle soorten, maten, kwaliteiten en prijzen! We zien families met kruisen en bloemen uit hun auto's komen, om hier te gedenken. We krijgen een uurtje van onze reisleider - altijd te kort natuurlijk om ook nog mooie foto's te maken. 



Vol verbazing lopen we op de Kruisheuvel af, en ervaren dat die heuvel best lang is, en dat er overal 'zijstraatjes' zijn waar mensen zomaar kruisen plaatsten...... Natuurlijk zien we het rommelige karakter, en het planloos 'doorplanten'. Maar we zien ook wat er ACHTER elk kruis verborgen moet zijn: verdriet, verlangen, hoop, maar ook nationale trots en onverzettelijkheid. Ondanks honderdduizenden kruisen dus toch een monument en herinneringsplaats. De Litouwers kennen hun geschiedenis, en hebben nooit lang van hun onafhankelijkheid kunnen proeven. Rusland en Wit-Rusland zijn en blijven onberekenbare politieke buren. Het lidmaatschap van de Europese Unie is voor deze landen daarom een grote steun. 



Het is een heel bijzondere ervaring om hier rond te lopen. En dat uur - dat maken we niet vol. Een zwarte lucht komt op ons af, en we lopen zo snel mogelijk naar de bus. We houden het niet droog, maar eenmaal in onze comfortabele stoel is het eerste dat we doen onze foto's, en onze verhalen appen aan onze kinderen en kleinkinderen!  






*Elk jaar vindt op deze plaats een bedevaart 
plaats op de derde zondag in juli.






woensdag 26 mei 2021

Het voederen van de gieren

HET VOEDEREN VAN DE GIEREN 

ZIMBABWE - VICTORIA FALLS 

Bezocht op 17 oktober 2018



Gieren zijn indrukwekkende vogels. Met hun kale koppen, priemende ogen, grote klauwen en indrukwekkende vleugelspanwijdte jagen ze mensen schrik aan. Dat ze, sterk als ze zijn, zelf met uitsterven bedreigd worden, zelfs in de wildparken van Afrika, was nieuw voor ons. Vandaag een verslag van een poging om de grote sterfte van gieren, door stropers van olifanten en neushoorns, te voorkomen.


Gieren zijn geen jagers, ze doden zelden een levende prooi, en als dat gebeurt is dat altijd een ziek of gewond dier. Dat doden laten ze liever aan andere jagers over, en ze wachten geduldig tot die uitgegeten zijn. Het zijn aaseters, en het maakt ze niet uit of het een verse hap is, of een al bijna geheel leeg gevreten karkas! Rottend vlees is voor hen geen enkel probleem. Vanaf grote hoogte speuren ze naar voedsel, en kunnen een kleine prooi al zien van meer dan 6 km afstand. Door zich te verspreiden kunnen ze met elkaar een groot gebied afzoeken.  Als er een karkas gevonden wordt trekken ze als groep naar die plek toe en hangen in een cirkelende zwerm boven hun prooi, zwevend op de thermiek. En zweven kunnen ze - hun grote vleugels kunnen een spanwijdte van wel 2,5 meter hebben. Urenlang kunnen ze zweven, zonder zelfs maar één vleugelslag. Langzaam dalen ze af naar de grond. Ze zijn gulzig, en kunnen in een paar uur een complete buffelkarkas strippen! Ze zijn de ultieme opruimers van de natuur, omdat hun sterke maagsappen schadelijke bacteriën en virussen kunnen uitschakelen. Die maagsappen kunnen ook de botten goed aan, want 80% van de maaltijd van de lammergier bestaat uit botten. Omdat kadavers op deze manier geheel worden opgeruimd, helpen gieren voorkomen dat ziekten zich verspreiden. Een zwerm gieren is vaak een signaal dat er een groot dier, zoals een olifant, nijlpaard of neushoorn gedood is, en op dat moment wordt verscheurd door leeuwen, hyena's, wilde honden of welke jagers dan ook - de gieren wachten hun beurt af, en nemen genoegen met 'wat overblijft'. Ze komen steeds dichterbij, wachtend op een kans om toe te slaan. 



Stropers die olifanten en neushoorns doden voor hun slagtanden, willen niet dat de rondcirkelende gieren hun positie verraden aan oplettende rangers, en injecteren hun dode dieren met zeer snel werkend gif. Gieren die de karkassen opruimen, gaan hieraan direct dood. Dat maakt een van de sterkste en machtigste vogels tot een bedreigde diersoort. Ondanks het feit dat in de grote natuurparken in Afrika zelden wordt ingegrepen als het om bedreigingen van diersoorten gaat, is dit een goede reden om deze soort een stukje te helpen. Zoals tegenwoordig ook gewapende rangers en soldaten worden ingezet om illegale en criminele stroperij van ivoren slagtanden te voorkomen.  





Natuurbeschermers hebben ervoor gekozen om de gieren (en maraboes) dagelijks 'veilig' te voederen. Dat doen ze o.a. in Victoria Falls elke middag bij een luxe vakantieresort, de Safari Lodge, aan de rand van een groot natuurgebied. Wij zijn hier, en hebben van onze taxichauffeur de tip gekregen om te gaan kijken bij de 'feeding of the vultures'. En ja, hij wil ons er graag naartoe brengen! 




We lopen met een groep kijkers achter een natuurbeschermer aan met een grote koelbox met vlees en botten op zijn schouder. In de bomen hebben zich al een paar honderd gieren en maraboes verzameld. We gaan op een kleine tribune zitten op tien meter afstand van de voederplek, en onze ranger loopt met een koelbox naar - zoals hij het noemt - het gierenrestaurant. We zien de vogels langzaam een beetje opdringen, maar ze blijven op afstand! De ranger verspreidt het vlees en de botten. Steeds meer gieren zien we nu dichterbij komen, ze zitten in een ruime kring om hem heen! Pas op het moment dat hij bij ons 'binnen' is, breekt een spektakel los dat wij nog nooit gezien hebben, en dat we ook nooit meer vergeten! Dit is indrukwekkend! 




Een kakofonie van geluiden, enorme stofwolken, door en over elkaar heen buitelende en vechtende en op elkaar inhakkende gieren, met enkele maraboes en andere roofvogels, Het lijkt één grote chaos. Ze proberen allemaal een stuk van de buit te pakken te krijgen. Niet mee te nemen, want opgestaan is plaatsje vergaan. Blijven dus en vooral doorvreten.... Geholpen door hun krachtige poten, hun machtige vleugels en hun dodelijke snavel lukt dat de meesten ook wel! 


Dit is een schitterend schouwspel om te zien, op enkele meters van ons vandaan!  We zitten allemaal ademloos te kijken en er worden véél foto's gemaakt! Dit gaan we nooit meer vergeten. Binnen tien minuten is alles weg - net als de gieren, die nu weer op zoek zijn naar een nieuwe prooi. Stinkend of niet - want opruimen kunnen ze. Er zijn nog enkele  gieren, waarschijnlijk de laagste in de pikorde, naar restjes aan het zoeken. Maar de kruitdampen op de voederplaats zijn weer opgetrokken. 

Tijd voor een koud pilsje op het terras van de Lodge. Even tijd nemen om natuurlijk deze foto's en dit verhaal aan de kinderen in het koude Nederland te appen.